Publicatie

Datum
19-08-2025

Wat betekent de verbeterde urgentie-indeling voor de ambulancezorg? Evaluatie vanuit het perspectief van ambulancezorgprofessionals en patiënten

Leemrijse, C., Bos, N. Wat betekent de verbeterde urgentie-indeling voor de ambulancezorg? Evaluatie vanuit het perspectief van ambulancezorgprofessionals en patiënten Utrecht: Nivel, 2025, 45 p.
Download de PDF
In dit rapport wordt de evaluatie van de implementatie van de verbeterde urgentie-indeling ambulancezorg (VUI) in de ambulancesector beschreven. De resultaten van het onderzoek geven inzicht in de betekenis van de implementatie van de VUI vanuit het perspectief van de ambulancezorgprofessionals en patiënten. Daarnaast worden sectorale ritgegevens over 2024 gebruikt bij het evalueren van de VUI.
De ambulancesector betreft zowel de meldkamers ambulancezorg (MKA) als de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s). Daarnaast zijn melders van zorgvragen en patiënten betrokken om de implementatie van de VUI te evalueren. Het doel van het onderzoek is om de zorgverlening en beleidsontwikkeling in de ambulancesector te ondersteunen. De primaire lezers van het rapport zijn daarom de (zorg)professionals in de ambulancezorgsector.

Geconcludeerd wordt dat de nieuwe A0 urgentie volgens landelijke cijfers van het RIVM aan 3% van de spoedmeldingen in 2024 is toegekend. De ambulance was bij een A0 urgentie één minuut en 39 seconden sneller ter plaatse dan bij een A1 urgentie, zonder dat de responstijden voor de A1 en A2 urgenties noemenswaardig veranderden. Het is aan te bevelen om straks de gegevens van 2025, als iedere MKA de urgentie A0 een heel jaar heeft geïmplementeerd, te gebruiken om het definitieve effect van de implementatie van de nieuwe A0 urgentie te bepalen.
De ervaringen van melders en patiënten met de ambulancezorg waren onverminderd positief tijdens de implementatie van de A0 urgentie. Ook valt vanuit professioneel perspectief af te leiden dat de implementatie van A0 over het algemeen positief is ontvangen door centralisten, ambulancezorgprofessionals van de rijdienst en MMA’s. Over de ervaringen met de C1 en C2 kan helaas nog geen uitspraak worden gedaan.
De gegevens uit dit rapport vormen de basis voor AZN om met zorgverzekeraars in gesprek te gaan over de cijfers alvorens financiële consequenties te verbinden aan streefnormen. Daarnaast zijn de streefnormen ook onderwerp van gesprek in de gemeentelijke en landelijke politiek, waarbij aanrijdtijden als indicator worden gezien voor kwaliteit van zorg, ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke onderbouwing. Dit rapport laat zien dat een bredere benadering dan een cijfermatige benadering goed past bij het beoordelen van de ambulancezorg.