Statistisch adviseur
Publicatie
Publicatie datum
Werk en Inkomen: kerngegevens en trends. Rapportage 2013.
Veer, J. van der, Waverijn, G., Spreeuwenberg, P., Rijken, M. Werk en Inkomen: kerngegevens en trends. Rapportage 2013. Utrecht: NIVEL, 2013. 98 p.
Download de PDF
Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben minder te besteden dan de algemene bevolking en maken daarbij nog extra kosten vanwege hun ziekte of beperking. Een kwart van hen moet spaargeld aanspreken om rond te komen of komt zelfs rood te staan. Dit ondanks de diverse inkomensondersteunende maatregelen die er voor deze groep bestaan. Vanaf 2014 zullen de meeste huidige tegemoetkomingsregelingen vervangen worden door één regeling die de gemeenten gaan uitvoeren.
Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben gemiddeld een lager inkomen dan de algemene bevolking. Daarnaast hebben zij extra uitgaven vanwege hun gezondheid. Een kwart van hen moest in 2012 spaargeld aanspreken om rond te komen of maakte hiervoor zelfs schulden. En één op de vijf gaf aan niet voldoende geld te hebben om ‘mee te doen’, ondanks de diverse inkomensondersteunende maatregelen die er voor deze groep bestaan. Dit blijkt uit de rapportage Werk en Inkomen van de Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Inkomen
Gemiddeld bedroeg het – zelf gerapporteerde – besteedbaar inkomen van mensen met een chronische ziekte of beperking in 2011 1427 euro per maand (berekend voor een eenpersoonshuishouden). Onder jongere mensen met een chronische ziekte of beperking en onder lager opgeleiden lag het besteedbare inkomen lager. Onder ouderen en hoger opgeleiden hoger.
Uitgaven
Bijna alle mensen met een chronische ziekte of beperking (94%) hadden in 2011 eigen uitgaven vanwege de gezondheid, bovenop de door hen betaalde premie voor de zorgverzekering. Gemiddeld genomen ging het dan om een bedrag van ruim 1000 euro. Vooral mensen met ernstige beperkingen hebben hoge extra uitgaven, gemiddeld zo’n 150 euro per maand. Een flink deel hiervan geven zij uit aan hulpmiddelen of aanpassingen.
Van alle mensen met een chronische ziekte of beperking had ruim de helft in 2011 eigen uitgaven aan hulpmiddelen of aanpassingen, gemiddeld ruim 600 euro. Eigen uitgaven aan brillen, lenzen, steunzolen en loophulpmiddelen kwamen het meest voor. Minder vaak voorkomend maar dan wel fors hoger, waren de eigen uitgaven aan aanpassingen aan de woning of auto, aangepast meubilair, een scootmobiel of aangepaste fiets en aan hoortoestellen.
Compensatie
Op dit moment bestaan er verschillende regelingen waardoor mensen met een chronische ziekte of beperking een tegemoetkoming kunnen krijgen in de hogere kosten die zij hebben vanwege hun ziekte of beperking, zoals de Compensatie Eigen Risico, de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de fiscale regeling voor de aftrek van specifieke zorgkosten. In 2011 ontving bijna twee derde (64%) van de mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking naar eigen zeggen een bedrag als Compensatie Eigen Risico, de helft ontving een algemene tegemoetkoming vanuit de Wtcg en ruim een derde (38%) maakte gebruik van de aftrekregeling voor specifieke zorgkosten.
2014
Vanaf 2014 zullen deze regelingen vervangen worden door één regeling, die door de gemeenten zal worden uitgevoerd. Behalve besparing, hoopt het kabinet dat hierdoor meer maatwerk kan worden geleverd, zodat het geld terecht komt bij wie dat echt nodig heeft. NIVEL-programmaleider Mieke Rijken: “Het is heel belangrijk dat we precies nagaan welke gevolgen deze veranderingen hebben voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Gemeenten krijgen een grote vrijheid in de uitvoering van de nieuwe regeling. Dat is nodig om maatwerk te kunnen leveren, maar kan tegelijkertijd tot onwenselijke verschillen leiden. Door ook de komende jaren onze peilingen voort te zetten, kunnen we nagaan of de nieuwe decentrale regeling aan zijn doelstelling beantwoordt.”
Onderzoek
De gegevens voor dit onderzoek werden verzameld bij het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG), dat bestaat uit circa 3500 mensen met (medisch vastgestelde) chronische ziekten en/of matige tot ernstige lichamelijke beperkingen. De panelleden doen tenminste twee keer per jaar mee aan een enquête. De ‘Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking’, waarvan dit onderzoek deel uitmaakt, wordt uitgevoerd door het NIVEL met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben gemiddeld een lager inkomen dan de algemene bevolking. Daarnaast hebben zij extra uitgaven vanwege hun gezondheid. Een kwart van hen moest in 2012 spaargeld aanspreken om rond te komen of maakte hiervoor zelfs schulden. En één op de vijf gaf aan niet voldoende geld te hebben om ‘mee te doen’, ondanks de diverse inkomensondersteunende maatregelen die er voor deze groep bestaan. Dit blijkt uit de rapportage Werk en Inkomen van de Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Inkomen
Gemiddeld bedroeg het – zelf gerapporteerde – besteedbaar inkomen van mensen met een chronische ziekte of beperking in 2011 1427 euro per maand (berekend voor een eenpersoonshuishouden). Onder jongere mensen met een chronische ziekte of beperking en onder lager opgeleiden lag het besteedbare inkomen lager. Onder ouderen en hoger opgeleiden hoger.
Uitgaven
Bijna alle mensen met een chronische ziekte of beperking (94%) hadden in 2011 eigen uitgaven vanwege de gezondheid, bovenop de door hen betaalde premie voor de zorgverzekering. Gemiddeld genomen ging het dan om een bedrag van ruim 1000 euro. Vooral mensen met ernstige beperkingen hebben hoge extra uitgaven, gemiddeld zo’n 150 euro per maand. Een flink deel hiervan geven zij uit aan hulpmiddelen of aanpassingen.
Van alle mensen met een chronische ziekte of beperking had ruim de helft in 2011 eigen uitgaven aan hulpmiddelen of aanpassingen, gemiddeld ruim 600 euro. Eigen uitgaven aan brillen, lenzen, steunzolen en loophulpmiddelen kwamen het meest voor. Minder vaak voorkomend maar dan wel fors hoger, waren de eigen uitgaven aan aanpassingen aan de woning of auto, aangepast meubilair, een scootmobiel of aangepaste fiets en aan hoortoestellen.
Compensatie
Op dit moment bestaan er verschillende regelingen waardoor mensen met een chronische ziekte of beperking een tegemoetkoming kunnen krijgen in de hogere kosten die zij hebben vanwege hun ziekte of beperking, zoals de Compensatie Eigen Risico, de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de fiscale regeling voor de aftrek van specifieke zorgkosten. In 2011 ontving bijna twee derde (64%) van de mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking naar eigen zeggen een bedrag als Compensatie Eigen Risico, de helft ontving een algemene tegemoetkoming vanuit de Wtcg en ruim een derde (38%) maakte gebruik van de aftrekregeling voor specifieke zorgkosten.
2014
Vanaf 2014 zullen deze regelingen vervangen worden door één regeling, die door de gemeenten zal worden uitgevoerd. Behalve besparing, hoopt het kabinet dat hierdoor meer maatwerk kan worden geleverd, zodat het geld terecht komt bij wie dat echt nodig heeft. NIVEL-programmaleider Mieke Rijken: “Het is heel belangrijk dat we precies nagaan welke gevolgen deze veranderingen hebben voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Gemeenten krijgen een grote vrijheid in de uitvoering van de nieuwe regeling. Dat is nodig om maatwerk te kunnen leveren, maar kan tegelijkertijd tot onwenselijke verschillen leiden. Door ook de komende jaren onze peilingen voort te zetten, kunnen we nagaan of de nieuwe decentrale regeling aan zijn doelstelling beantwoordt.”
Onderzoek
De gegevens voor dit onderzoek werden verzameld bij het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG), dat bestaat uit circa 3500 mensen met (medisch vastgestelde) chronische ziekten en/of matige tot ernstige lichamelijke beperkingen. De panelleden doen tenminste twee keer per jaar mee aan een enquête. De ‘Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking’, waarvan dit onderzoek deel uitmaakt, wordt uitgevoerd door het NIVEL met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.