Publicatie

Publicatie datum

Zien en gezien worden: aard en omvang van ervaren belemmeringen, behoeften en gewenste oplossingen voor participatie van mensen met een visuele beperking.

Kappen, H., Verkaik, R., Langelaan, M., Boeije, H. Zien en gezien worden: aard en omvang van ervaren belemmeringen, behoeften en gewenste oplossingen voor participatie van mensen met een visuele beperking. Utrecht: NIVEL, 2018. 158 p.
Download de PDF
Het kunnen deelnemen aan de samenleving heeft een grote betekenis in het leven van mensen. Onvoldoende deelname aan de samenleving leidt vaak tot eenzaamheid en is daarmee een groot maatschappelijk probleem. Dit online vragenlijstonderzoek laat zien dat mensen die blind of slechtziend zijn de meeste moeite hebben met: 1. Reizen en verplaatsen, 2. Gevoelens, tijd en energie en 3. Opleiding, werk en geld. Er zijn daarbij geen verschillen in de
antwoorden van mensen die blind of slechtziend zijn. Wel zien we verschillen tussen leeftijdsgroepen. Oplossingsrichtingen die het vaakst genoemd worden zijn: de ontwikkeling van een hulpmiddel, verandering van de houding van de maatschappij en ondersteuning door een naaste.

Doelstelling van het onderzoek
Het Nivel voerde het huidige onderzoek uit in opdracht van de Vereniging Bartiméus Sonneheerdt. De Vereniging Bartiméus Sonneheerdt streeft ernaar dat mensen met een visuele beperking zo zelfstandig mogelijk kunnen
participeren in de samenleving en doet dit door projecten te initiëren, financieren en realiseren die een bijdrage leveren aan deze doelstelling. De doelstelling van het onderzoek sluit daarbij aan en luidt:

De aard en omvang van de huidige participatievraagstukken van mensen die blind of slechtziend zijn in kaart brengen en mogelijkheden tonen die deze mensen zelf zien en aandragen om daar verandering in te brengen.

Participatiegebieden
De drie gebieden waarmee mensen die blind en slechtziend zijn het meeste moeite hebben, zijn 1. Reizen en verplaatsen (70%), 2. Gevoelens, tijd en energie (52%) en 3. Opleiding, werk en geld (41%). Met de gebieden Huishouden (32%), Vrijetijdsbesteding (16%) en Zelfverzorging (10%) hebben mensen het minst moeite.
In de top drie zijn er geen verschillen in de antwoorden van mensen die blind zijn en mensen die slechtziend zijn. Voor andere gebieden zien we dat mensen die slechtziend zijn meer moeite hebben met Lezen en schrijven dan mensen
die blind zijn. Communicatie en ICT zijn voor mensen die blind zijn significant belangrijker dan voor mensen die slechtziend zijn.
In de antwoorden van de verschillende leeftijdsgroepen zijn er meer verschillen, ook in de top drie van gebieden. Jongere mensen (18-39 jaar) hebben meer moeite met Gevoelens, tijd en energie en Opleiding, werk en geld dan mensen van middelbare leeftijd (40-69 jaar) en ouderen (≥70 jaar). Voor ouderen (≥70 jaar) zijn Reizen en verplaatsen, Lezen en schrijven en Communicatie en ICT significant belangrijker dan voor de jongere leeftijdsgroepen.

De resultaten laten daarmee zien dat het belangrijk is om bij het ontwikkelen van oplossingen rekening te houden met de specifieke behoeften van mensen die blind of slechtziend zijn en de verschillende behoeften van de leeftijdsgroepen.

Samenhang participatiegebieden
Een netwerkanalyse laat zien dat de participatiegebieden Lezen en schrijven en Communicatie en ICT sterk met elkaar verbonden zijn. Het gebied Lezen en schrijven hangt ook samen met Reizen en verplaatsen en heeft een zwakke binding met Vrijetijdsbesteding. Vrijetijdsbesteding hangt samen met Relaties met anderen. Deze verkenning laat zien dat sommige gebieden waarop mensen problemen ervaren met participatie, vaker samen voorkomen. Dit betekent dat mensen die moeite hebben met lezen en schrijven ook vaker moeite zullen ondervinden op het gebied van ICT, communicatie, reizen en relaties.

Verschillen tussen doelgroepen
Het gemiddelde aantal domeinen waar mensen moeite mee hebben is 3,5 (SD 2,1). Hierbij zijn er geen significante verschillen tussen mensen die blind of slechtziend zijn of tussen de leeftijdsgroepen. Mensen waarvan het gezichtsvermogen geleidelijk is afgenomen hebben met gemiddeld meer domeinen moeite dan mensen waarbij het gezichtsvermogen hetzelfde is gebleven, respectievelijk 3,9 (SD 2,1) en 2,9 (SD 1,8).

Oplossingsrichtingen
De oplossingsrichtingen die mensen met een visuele beperking aandragen verschillen per participatiegebied. Oplossingsrichtingen die het meest genoemd worden zijn de ontwikkeling van een hulpmiddel, verandering van de houding van de maatschappij en ondersteuning door een naaste. Voor het participatiegebied Reizen en verplaatsen wordt het vaakst een hulpmiddel als oplossingsrichting genoemd, voor Gevoelens, tijd en energie wordt een verandering in houding van de maatschappij het meest genoemd en voor Opleiding, werk en geld worden erandering in houding van de maatschappij en verandering in wetgeving en beleid het vaakst voorgesteld.

Tevredenheid
Iets meer dan 60% van de mensen met een visuele beperking is buitengewoon tevreden, zeer tevreden of tevreden met de participatie in de samenleving. Daarbij zijn er geen verschillen tussen mensen die blind of slechtziend zijn. Het
blijft onverminderd belangrijk om te investeren in de ondersteuning van participatie van mensen met een visuele beperking.

Methode
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een online vragenlijst. De vragenlijst werd uitgezet onder 322 mensen die zich vooraf hadden aangemeld en mensen die de vragenlijst via een open link invulden. Dit leverde een
respons op van 472 ingevulde vragenlijsten. Hiervan waren er 393 bruikbaar.
Inclusiecriteria voor deelname waren leeftijd (≥18 jaar), het hebben van een visuele beperking en in Nederland wonend. De vragenlijst en de onderwerpen die hierin worden behandeld zijn afgeleid van de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). (aut. ref.)