Publicatie

Publicatie datum

Zorgbalans 2014: de prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg. Op hoofdlijnen.

Berg, M.J. van den, Boer, D. de, Gijsen, R., Heijink, R., Limburg, L.C.M., Zwakhals, S.L.N. Zorgbalans 2014: de prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg. Op hoofdlijnen. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2014. 36 p.
Lees online
De Zorgbalans geeft een beeld van de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg. Hieruit blijkt onder andere dat de toegankelijkheid van de gezondheidszorg een van de sterkste eigenschappen van de gezondheidszorg in Nederland is. De meeste eerstelijnszorgverleners zoals huisartsen, fysiotherapeuten of verloskundigen kunnen binnen een paar minuten worden bereikt. Een autorit naar een ziekenhuis duurt bijna nooit langer dan een half uur. Verder zijn wachttijden sinds 2008 voor de meeste behandelingen afgenomen. Er wacht nog wel een aanzienlijk aantal mensen op een plek in een verzorgingshuis of verpleeghuis, maar daardoor ontstaan zelden ernstige problemen. Het aantal mensen dat vanwege de kosten wel eens afziet van zorg is sinds 2010 toegenomen. Zo had 12 procent van de volwassen bevolking in 2013 wel eens afgezien van een bezoek aan een arts vanwege de kosten, tegenover 2 procent drie jaar daarvoor. Hiermee lijkt de financiële toegankelijkheid minder vanzelfsprekend dan voorheen; andere voorbeelden zijn medicijnen afhalen of een labonderzoek laten doen. Wat de kwaliteit van zorg betreft zijn er enkele gunstige ontwikkelingen te zien: het aantal mensen dat 30 dagen na een beroerte of hartinfarct stierf, nam af, evenals de (vermijdbare) sterfte in ziekenhuizen en het aantal ziekenhuisinfecties. Mensen met een gebroken heup worden sneller geopereerd, de vijfjaarsoverleving bij verschillende vormen van kanker steeg, en er zijn minder mensen in de langdurige zorg ondervoed. Ook internationaal scoort Nederland op veel punten bovengemiddeld. Zo worden veel minder antibiotica voorgeschreven in de eerste lijn dan in de meeste andere landen. Minder gunstig zijn het aantal sterfgevallen na een beroerte en de babysterfte. In de ouderenzorg is het tekort aan tijd en aandacht die worden besteed aan cliënten een veel voorkomend probleem. Meer dan de helft van de werknemers in verpleeghuizen gaf in 2013 aan dat er onvoldoende personeel is om goede kwaliteit van zorg te kunnen leveren. Verder blijkt de behandeling per zorgaanbieder sterk te kunnen verschillen. Een voorbeeld daarvan is de behandeling bij vrouwen die in een ziekenhuis bevallen van hun eerste kind zonder dat er sprake is van bijzonderheden (zoals een meerling of een stuitligging). In sommige ziekenhuizen wordt 40 procent van zulke bevallingen ingeleid, terwijl dit bij de meest ziekenhuizen in slechts 10 procent gedaan wordt. Vergelijkbare verschillen zijn waargenomen bij het uitvoeren van kunstverlossingen en keizersneden. De zorguitgaven vertonen na 2011 een opvallende trendbreuk. De uitgaven stegen tussen 2000 en 2013 gemiddeld met 5,5 procent per jaar, maar deze stijging vlakte de laatste drie jaar af. Binnen Europa hoort Nederland nog altijd tot de landen met de hoogste zorguitgaven als percentage van het Bruto Binnenlands Product, wat voornamelijk is toe te schrijven aan uitgaven aan de langdurige zorg. De Zorgbalans is nuttig voor iedereen die meer wil weten over de stand van zaken en ontwikkelingen binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Aan de basis van de Zorgbalans ligt een schat aan informatie uit ruim 65 verschillende databronnen.