Publicatie

Publicatie datum

E-health in verschillende snelheden: eHealth-monitor 2018.

Wouters, M., Swinkels, I., Lettow, B. van, Jong, J. de, Sinnige, J., Brabers, A., Friele, R., Gennip, L. van. E-health in verschillende snelheden: eHealth-monitor 2018. Den Haag/Utrecht: Nictiz, Nivel, 2018. 110 p.
Download de PDF
Digitale toepassingen worden in verschillende mate gebruikt in de gezondheidszorg. Het maakt bijvoorbeeld verschil of alleen de zorgverlener met de toepassing gaat werken of dat ook de zorggebruiker hierin een rol heeft, zoals bij online inzage. Visie, vertrouwen en voldoende digitale vaardigheden kunnen bijdragen aan een versnelling in het gebruik van e-health. Dit blijkt uit de zesde editie van de eHealth-monitor van Nictiz en het Nivel: E-health in verschillende snelheden. De eHealth-monitor wordt op 8 november aangeboden aan het ministerie van VWS.

De snelheid waarmee de implementatie van e-health mogelijk is, wordt bepaald door meerdere factoren: de complexiteit van het zorgproces, de interactie tussen zorggebruiker en zorgverlener en de urgentie die betrokkenen voelen. Zo zien we dat het gebruik van elektronische patiëntendossiers toeneemt. En in de ouderenzorg gebruiken zorgverleners steeds vaker toezichthoudende technieken. Zorggebruikers zoeken via internet of apps antwoorden op hun vragen over gezondheid en ziekte. Daarnaast houden ze steeds vaker digitaal hun lichamelijke activiteit bij. In 2020 is het wettelijk verplicht dat iedere zorggebruiker online zijn/haar medisch dossier kan inzien. Om die reden is er dit jaar in de eHealth-monitor extra onderzoek gedaan naar online inzage.

Nog weinig snelheid in gezamenlijk gebruik e-health
Daar waar de zorggebruikers en de zorgverleners beiden een rol hebben in het gebruik van e-health gaat de ontwikkeling relatief traag. Bij het gezamenlijk gebruik van e-health is het essentieel dat beide partijen de meerwaarde ervan inzien. Daar komt bij dat niet iedereen over de digitale vaardigheden beschikt die nodig zijn om met e-health toepassingen te werken. In ieder geval is het duidelijk dat het bij elkaar brengen van twee werelden – die van de zorgverlener en die van de zorggebruiker – tijd en verandering vergt.

Online inzage
De meeste verpleegkundigen en medisch specialisten zijn positief over online inzage. Bij huisartsen zien we door de jaren heen een wisselend beeld. Onder veel artsen heerst nog bezorgdheid over de effecten van online inzage. Zij denken dat er zorggebruikers zijn die moeite hebben met het interpreteren van gegevens of dat ze niet altijd bewust met hun gegevens omgaan. Daarentegen verwachten veel zorggebruikers juist dat online inzage hen meerwaarde gaat bieden. Ze hebben interesse in online inzage, maar het gebruik ervan groeit langzaam. Goed gebruik van online inzage vraagt een verandering in het zorgproces en het vergt een andere rol van zorgverlener én zorggebruiker. Een van de aanbevelingen uit de eHealth-monitor 2018 is dan ook om zorgverleners en zorggebruikers te faciliteren in het zinvol en doelmatig gebruik van online inzage.

Aanbevelingen
Om duurzaam en doelgericht gebruik van e-health bij zorgverleners en zorggebruikers te stimuleren, doen Nictiz en het Nivel een aantal aanbevelingen. Beleidsmakers kunnen deze aanbevelingen gebruiken voor het ontwikkelen van nieuw beleid. Belangengroepen kunnen de aanbevelingen gebruiken in de communicatie met hun achterban en bij het prioriteren van hun activiteiten.
1.Zet e-health in vanuit een heldere visie en een helder beleid. Zorg ervoor dat visie en beleid bekend zijn onder medewerkers.
2.Faciliteer zorgverleners in het aanbieden en gebruiken van e-health. Een zorgverlener moet weten welke mogelijkheden voor e-health er op de markt zijn en hoe deze kunnen worden ingezet.
3.Faciliteer zorggebruikers in het gebruiken van e-health. Ondersteun hen bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van digitale vaardigheden en zorg voor begrijpelijke handleidingen.
4.Stel een onderzoeksagenda op voor onderzoeksorganisaties en faculteiten met een overzicht van de kennis die nodig is en met de onderwerpen die moeten worden onderzocht.