Publicatie

Publicatie datum

Continue Morbiditeits Registratie Peilstations Nederland 1997.

Bartelds, A.I.M. Continue Morbiditeits Registratie Peilstations Nederland 1997. Utrecht: NIVEL, 1998. 162 p.
Download de PDF
Meer slachtoffers van geweld bij de huisarts
In 1997 gingen meer slachtoffers van geweld naar de huisarts. Het aantal meldingen door huisartsen lag vorig jaar bijna tweemaal zo hoog als in 1996. Het gaat om mensen die het slachtoffer werden van eenzijdig lichamelijk geweld; niet om vechtpartijen waarbij twee of meer personen betrokken waren. Opvallend is de groei van het aantal vrouwelijke slachtoffers in de grote steden. Dit blijkt uit het jaarverslag 1997 van de Peilstations Nederland.
De Continue Morbiditeitsregistratie Peilstations Nederland is een landelijk netwerk van huisartsenpraktijken. De registratie staat onder beheer van het NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Iedere week melden de deelnemende huisartsen het vóórkomen van bepaalde ziektebeelden en gebeurtenissen in hun praktijk. Samen bestrijken deze huisartsen een representatieve selectie van één procent van de Nederlandse bevolking.

Vrouwen vaker slachtoffer
Eenzijdig lichamelijk geweld tegen personen wordt sinds 1996 gemeld door de deelnemende huisartsen. In dat jaar werden jongens en mannen vaker het slachtoffer. In 1997 is een verschuiving zichtbaar: meisjes zijn even vaak het mikpunt van geweld en vrouwen zelfs vaker dan mannen. Wat de daders betreft is het in 1997 niet anders dan in 1996: op een enkele uitzondering na zijn dat mannen. Mannen zijn hoofdzakelijk het slachtoffer van incidenteel geweld door onbekenden; vrouwen daarentegen vallen in 40% van de meldingen ten prooi aan herhaald geweld door bekende daders, de partner of ex-partner.

Agressie tegen huisarts en assistente
Ook huisartsen en praktijkassistenten ontkomen niet aan bedreiging of intimidatie. In 1997 zijn drie van de vier peilstationartsen of hun assistentes geconfronteerd met uitingen van agressie. Uit de noordelijke provincies komen minder meldingen dan uit andere delen van het land; in de zuidelijke provincies worden 9 van de 10 praktijken geconfronteerd met agressie. Meestal blijft het bij bedreiging of intimidatie. Eén arts moest politieassistentie inroepen om zijn praktijkpand te kunnen verlaten. Tijdens de normale openingstijden moeten vooral de praktijkassistentes het ontgelden. Huisartsen worden tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten hoofdzakelijk mondeling geïntimideerd. Vooral patiënten die bij andere huisartsen ingeschreven staan, maken zich schuldig aan bedreiging met fysiek geweld of een wapen .

Suïcide(poging)
De gegevens uit het jaarverslag 1997 van de peilstations onderschrijven de door sommigen vermoede stijging van (pogingen tot) zelfdoding niet. In 1995 kwamen 7 meldingen binnen per 10.000 inwoners. In 1996 en 1997 waren dat er 6. De meeste suïcidepogingen vinden plaats in grote steden. Vaak brengen mensen kort voor de poging een bezoek aan een hulpverlener. Niet altijd onderkent deze de ernst van de situatie.

Minder sterilisaties
Nederland is een van de weinige landen waar meer mannen dan vrouwen gesteriliseerd zijn. De verhouding ligt momenteel op 61% mannen tegen 39% vrouwen. De populariteit van sterilisatie neemt af, zowel bij mannen als vrouwen. In 1997 werden 35 sterilisaties per 10.000 mannen verricht, een lichte daling ten opzichte van de voorafgaande jaren, toen het aantal rond de 40 schommelde. Bij vrouwen is de daling nog duidelijker zichtbaar: in 1995 werden er 42 sterilisaties per 10.000 vrouwen uitgevoerd. In 1996 waren dat er 21 en in 1997 nog 18.
De reden voor de afnemende populariteit van sterilisatie als methode van geboorteregeling hangt samen met de latere leeftijd waarop vrouwen kinderen willen krijgen. Bovendien zijn door de introductie van lichtere anticonceptiepillen de bezwaren tegen pilgebruik op latere leeftijd verminderd.

Aantal SOA's blijft constant
Seksueel-Overdraagbare Aandoeningen (SOA) zijn op griep na de meest voorkomende infectieziekten in Nederland. Uit de meldingen van peilstationartsen kan opgemaakt worden dat het aantal SOA's constant blijft. Zo nemen de door de huisartsen gemelde gevallen van PID (pelvic inflammatory disease, eileiderontsteking) niet toe. In 1997 zijn dat er 8 per 10.000 vrouwen. Het komt vooral voor bij vrouwen tussen de 20 en 50 jaar. Het aantal meldingen van urethritis (ontsteking van het urinekanaal) bij mannen daalt: in 1995 waren dat er 26 per 10.000 mannen; in 1997 nog maar 17. Zowel PID als urethritis komt vaker voor op het platteland en in de grote steden dan in forenzengemeenten en kleine plaatsen.
Het aantal consulten over aids stijgt licht: van 20 in 1996 naar 24 per 10.000 inwoners in 1997. Die groei treedt alleen op in de Randstad en de grote steden. Het jaarverslag 1997 van de Peilstations Nederland ziet op basis van 8 jaar registreren een toenemende 'veralledaagsing' van Aids. De rol van de huisarts is in de loop van de jaren belangrijker geworden.

Geen stijging aantal eetstoornissen
In de periode 1985-1989 werden anorexia nervosa (dwangmatig hongeren) en boulimia nervosa (extreme eethuizen) door de peilstationartsen geregistreerd. Vanaf 1995 gebeurt dat opnieuw.
De cijfers spreken een stijging van het aantal eetstoornissen tegen. In de tweede helft van de jaren tachtig zijn er gemiddeld 61 meldingen per jaar. Na 1995, waarin er 64 meldingen waren, daalt het aantal van 45 in 1996 naar 42 in 1997. Meisjes en vrouwen in middelgrote en grote steden lopen het meeste risico op een eetstoornis. Opvallend in 1997 zijn de melding van een peuter en een schoolkind. Er waren slechts 3 meldingen van mannelijke patiënten met eetstoornissen.

Behalve over deze onderwerpen zijn in het jaarverslag cijfers opgenomen over: griep, het maken van een uitstrijkje, mammografie, het voorschrijven van oestrogenen, herpes zoster (gordelroos), lever-, pancreas- en galblaasaandoeningen, maag- en darmklachten, prostaatlijden, en verzoeken om euthanasie.