Van alle contacten met de huisartsenspoedpost wordt maar een klein deel (7%) verwezen naar de spoedeisende hulp, meldkamer ambulance of eerste harthulp. De meeste van deze verwijzingen gaan naar de spoedeisende hulp (5,3%), gevolgd door de meldkamer ambulance (1,5%) en de eerste harthulp (0,2%). Dat blijkt uit de eerste resultaten op basis van nieuwe cijfers uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.
Buiten kantooruren, als de eigen huisartsenpraktijk gesloten is, kunnen mensen terecht bij de huisartsenspoedpost voor acute, urgente gezondheidsproblemen. Wanneer nodig kan de huisarts doorverwijzen naar bijvoorbeeld de spoedeisende hulp, meldkamer ambulance of eerste harthulp, zoals bij levensbedreigende gezondheidsproblemen. De huisarts speelt een belangrijke rol bij acute, urgente, maar niet-levensbedreigende problemen, wat bijdraagt aan het beschikbaar houden van de spoedeisende hulp en ambulancezorg voor levensbedreigende gevallen.
Mannen vaker verwijzing naar spoedeisende hulp
Mannen met een spoedverwijzing belanden iets vaker op de spoedeisende hulp dan vrouwen (77,5% tegenover 73,7%), terwijl vrouwen juist relatief iets vaker worden verwezen naar de meldkamer ambulance (23,8% tegenover 20,0%). Patiënten tot 44 jaar worden vooral verwezen naar de spoedeisende hulp. Bij 45-plussers volgt ook vaak al direct tijdens triage een verwijzing naar de ambulance.
Aantal contacten met een verwijzing naar de spoedzorg- spoedeisende hulp, meldkamer ambulance en eerste harthulp - per 1.000 inwoners van het verzorgingsgebied, uitgesplitst naar leeftijdscategorie

Verschillen tussen huisartsenspoedposten in verwijzingen
Er zijn verschillen tussen huisartsenspoedposten of patiënten verwezen worden naar de spoedeisende hulp, ambulance of eerste harthulp. Dit lijkt onder andere samen te hangen met de mate waarin de huisartsenspoedpost en de spoedeisende hulp samenwerken. Een gezamenlijk triageloket zorgt ervoor dat patiënten meteen bij de juiste zorgverlener terecht komen, waardoor er minder (of geen) verwijzingen nodig zijn. Ook kan de verwijzing afhangen van de aanwezigheid van de types spoedzorg in ziekenhuizen. In ziekenhuizen waar bijvoorbeeld geen eerste harthulp aanwezig is, zal de huisarts logischerwijs niet naar deze voorziening verwijzen. Daarnaast zijn in dit onderzoek alleen de digitale verwijzingen meegenomen. Dit allemaal kan van invloed zijn op het aantal en type verwijzingen in dit onderzoek.
Meer weten?
Bekijk alle resultaten van het Nivel-onderzoek in de gehele publicatie.
Over het onderzoek
De resultaten in de infographic zijn gebaseerd op gegevens uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Het gaat hierbij om routinematig vastgelegde gegevens door zorgverleners in het elektronisch patiëntendossier van 29 huisartsenspoedpostorganisaties, met een verzorgingsgebied van ongeveer 12 miljoen inwoners in het jaar 2025.