Methode vaststellen cijfers zorgverlening huisartsenspoedposten

Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn

We bieden inzicht in hoe we de cijfers verzamelen en analyseren op basis van zorggegevens die huisartsenspoedposten aangesloten bij Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn ons aanleveren.

We geven een verantwoording voor de kwaliteit en representativiteit van de cijfers over zorggebruik bij de huisartsenspoedpost en over de kwaliteit van de verleende zorg door medewerkers van de huisartsenspoedpost. Dit doen we door in ieder geval informatie te geven over:

  1. de omvang, geografische spreiding en representativiteit van de gegevensverzameling
  2. de manier waarop we de gegevens verzamelen
  3. de inhoud van de gegevensverzameling (welke gegevens verzamelen we)
  4. de berekening van de cijfers
  5. de kwaliteitscontrole op de cijfers

De cijfers over huisartsenspoedposten (voorheen ‘huisartsenposten’ (HAP’s)) zijn gebaseerd op elektronisch geregistreerde gegevens van huisartsendienstenstructuren (HDS’en) die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Huisartsenspoedposten zijn georganiseerd in HDS’en, die de basis vormen voor de rapportage. Een HDS kan één of meer huisartsenspoedposten omvatten.

Omvang gegevensverzameling huisartsenposten1. Omvang en representativiteit gegevensverzameling huisartsenspoedposten

Jaarlijks is van tweederde van de HDS’en in Nederland gegevens beschikbaar binnen Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Deze gegevensverzameling is de basis voor de jaarlijkse rapportage, de spiegelinformatie die iedere deelnemende huisartsenspoedpost jaarlijks ontvangt, de gegevensaanvragen door derde partijen en voor verdiepend onderzoek door het Nivel zelf en andere partijen.

Elke HDS heeft een eigen verzorgingsgebied: het gebied waarvoor zij de acute huisartsenzorg buiten kantooruren verzorgen. Op de kaart van Nederland ziet u de geografische spreiding van de huisartsenspoedposten waarover wij gegevens hebben en rapporteren. De populatie in het verzorgingsgebied van de deelnemende huisartsendienstenstructuren vormt qua leeftijd en geslacht een goede afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Wel is er een lichte oververtegenwoordiging van personen in zeer sterk stedelijke gebieden en een ondervertegenwoordiging in weinig stedelijke gebieden.

Selecteer desgewenst een andere zorgdiscipline direct onder de kaart.

Wijze van verzamelen van gegevens2. Wijze van verzamelen van gegevens

Het verzamelen van gegevens van huisartsenspoedposten verloopt als volgt:

Maandelijks wordt automatisch een extractie (uittreksel) van de gegevens van deelnemende HDS'en gemaakt, door de ICT-leverancier van het elektronisch patiëntendossier. Alleen gegevens over patiënten die geen bezwaar hebben gemaakt tegen gebruik van hun gegevens worden hierbij meegenomen.

Met software van een Trusted Third Party (TTP) worden patiënt-identificerende gegevens naar een zogenaamd pseudoniem geconverteerd. Dit wordt gedaan om de privacy van patiënten te kunnen waarborgen in het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De gepseudonimiseerde gegevens over o.a. patiëntkenmerken, triage, zorggebruik en medicatie worden naar het Nivel verzonden.

Inhoud gegevensverzameling3 en 4. Inhoud en berekenen van de gegevensverzameling

De gegevens die vanaf 2012 voor Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn worden verzameld zijn gegevens die op iedere huisartsenspoedpost worden vastgelegd voor de reguliere administratie en zorgverlening. Aanvullend worden gegevens opgevraagd bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de inwoners van de verzorgingsgebieden. We verzamelen gegevens over:

Omvang en kenmerken verzorgingsgebied

Het zorggebruik wordt berekend per 1000 inwoners. Het zorggebruik is dan de teller, het aantal inwoners de noemer. Deze noemers zijn gebaseerd op het aantal inwoners in het verzorgingsgebied van de verschillende huisartsendienstenstructuren. Huisartsendienstenstructuren hebben aangegeven welke postcodegebieden tot hun verzorgingsgebied behoren. Voor de bepaling van het aantal inwoners in de verzorgingsgebieden en de leeftijds- en geslachtsverdeling van de inwoners zijn gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt, die gaan over het betreffende rapportagejaar. Sommige postcodegebieden vallen in het verzorgingsgebied van meer dan één HDS. In die gevallen is een correctiefactor op het aantal inwoners toegepast om dubbeltellingen te voorkomen.

De mate van stedelijkheid van de postcodegebieden is bepaald op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit het regisratiejaar. De stedelijkheid is bepaald op basis van de adressendichtheid in een postcodegebied.

Patiëntkenmerken

Van elke patiënt die de huisartsenspoedpost bezoekt is bekend hoe oud de patiënt was en wat het geslacht was. Daarnaast worden er gegevens verzameld over de viercijferige postcode van de patiënt en wanneer bekend de AGB-code van de eigen huisarts. 

Triage

Elk consult met de huisartsenspoedpost wordt voorgegaan door een of meerdere triage contacten. We verzamelen alleen die triage contacten die uiteindelijk tot een consult (triage consult, consult met de huisarts of visite) hebben geleid). We verzamelen o.a. de ingangsklachten die zijn vastgelegd, de urgentie van de gezondheidsproblemen en de vervolgactie. 

Zorggebruik

Het zorggebruik is uitgedrukt als het aantal contacten dat door de huisartsendienstenstructuren gedeclareerd is (triageconsult, consult of visite). Hierin zijn ook de contacten meegenomen die plaatsvonden op doordeweekse dagen tussen 17:00 en 18:00 uur.
In 2021 is de contactsoort telefonisch consult vervangen door het triageconsult, na een wijziging in de beleidsregel huisartsendienstenstructuur van de Nederlandse Zorg Autoriteit. Een triageconsult wordt uitgevoerd door de triagist, onder supervisie van de huisarts, en is vaak telefonisch. Telefonische consulten door de huisarts behoren tot de contactsoort consult.

Gezondheidsproblemen

Symptomen en aandoeningen van personen die gebruikmaken van de huisartsenspoedpost zijn geregistreerd met behulp van de International Classification of Primary Care (ICPC) (Lamberts & Wood, 1987). Alleen ICPC-codes in de range 01 tot en met 29 (symptomen) en in de range 70 tot en met 99 (aandoeningen) worden beschouwd als betekenisvolle ICPC-codes. Daarnaast beschouwen wij ook A44 (inenting), R44 (influenzavaccinatie) en X37 (cervix-uitstrijkje) als betekenisvolle ICPC-codes. ICPC-codes A97 (geen ziekte) en A99 (andere gegeneraliseerde/niet gespecificeerde ziekte) kunnen betekenisvolle ICPC-codes zijn, maar in de praktijk worden deze codes echter vaak gebruikt wanneer een zorgverlener niet direct weet wat er met een patiënt aan de hand is. Wij zien deze codes daarom niet als betekenisvolle ICPC-codes.  Dit geldt ook voor ICPC-codes in de range 30-69 (verrichtingen). Omdat veel individuele ICPC-codes slechts bij kleine aantallen patiënten voorkomen, zijn de codes gegroepeerd in ICPC-hoofdstukken en ICPC-clusters.

Geneesmiddelvoorschriften

Geneesmiddelvoorschriften die geregistreerd zijn bij gedeclareerde contacten worden weergegeven. Dit zijn geen voorschriften die uitgeschreven zijn door specialisten, maar wel herhalingen daarvan als deze zijn gegenereerd op de huisartsenspoedpost. Alleen geneesmiddelvoorschriften die geregistreerd zijn in de receptmodule van het elektronisch dossier zijn weergegeven. Als een patiënt op dezelfde dag meerdere dezelfde geneesmiddelen krijgt voorgeschreven, zijn deze meegeteld als één geneesmiddelvoorschrift.  Geneesmiddelvoorschriften worden geregistreerd met het Anatomisch Therapeutisch Chemische Classificatiesysteem (ATC). Daarmee wordt de werkzame stof in geneesmiddelen aangeduid.

Kwaliteitscontrole op de cijfers5. Kwaliteitscontrole op de cijfers

We hebben verschillende controlemechanismen om de kwaliteit van de cijfers over zowel zorggebruik als gezondheidsproblemen en medicatie op de huisartsenspoedposten te waarborgen. Daartoe hanteren we een aantal criteria:

  • Criterium 1: we dienen te beschikken over de registratiegegevens van 52 weken. Huisartsenspoedposten zijn tenslotte het hele jaar door open. De resultaten voor de jaarcijfers zijn dus gebaseerd op de gegevens van deelnemende HDS’en waarvan een volledig jaar beschikbaar is. 
  • Criterium 2: er is een ondergrens van het aantal contacten per week, willen we de cijfers meenemen. Deze ondergrens hebben wij vastgesteld op 250 contacten per week, per HDS voor de periode vanaf 2017 (voorheen 500). 
  • Criterium 3: om cijfers over gepresenteerde gezondheidsproblemen goed te kunnen berekenen is het van belang dat er bij contacten met de huisartsenspoedpost een ICPC-code geregistreerd is. Cijfers over gepresenteerde gezondheidsproblemen zijn gebaseerd op gegevens van huisartsendienstenstructuren waarvan bij minimaal 70% van de contacten een betekenisvolle ICPC-code is geregistreerd.

 

Ramerman, L. Methode vaststellen cijfers zorgverlening huisartsenspoedposten. Uit: www.nivel.nl [Laatst gewijzigd op 24-10-2024; geraadpleegd op 02-11-2024]. URL: https://www.nivel.nl/nl/panels-en-registraties/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn/methoden/vaststellen-cijfers-zorgverlening-eerste-lijn/huisartsenspoedposten