Publicatie
De huisarts: spil in de nazorg voor patiënten met kanker?
Geelen, E., Krumeich, A., Boom, H. van der, Schellevis, F., Akker, M. van den. De huisarts: spil in de nazorg voor patiënten met kanker? Huisarts en Wetenschap: 2011, 54(11), p. 586-590.
Lees online
Achtergrond: De laatste decennia is het aantal langdurig overlevenden van kanker enorm gestegen. Er gaan dan ook stemmen op om de nazorg voor deze patiënten te verschuiven van de tweede naar de eerste lijn en de huisarts een coördinerende rol te geven. Wij onderzochten de opvattingen van eerstelijnsprofessionals en gaan in dit artikel in op de vraag of huisartsen wel toe zijn aan een dergelijke spilfunctie. Methode: Tussen 2008 en 2010 peilden wij de opvattingen van in totaal 53 beroepsbeoefenaren uit de eerste lijn, onder wie 15 huisartsen. Wij namen 35 deelnemers (11 huisartsen) een diepte-interview af, de overige 18 (4 huisartsen) namen deel aan een focusgroepdiscussie. Resultaten: Huisartsen benaderen patiënten na een kankerbehandeling liefst als ‘normale’ chronische patiënten. Zij gaan bij voorkeur uit van de eigen kracht van de patiënt en zijn niet geneigd te zorgen voor structurele nazorg of de patiënt snel te verwijzen naar andere eerstelijnshulpverleners. Conclusie: Patiënten met kanker hebben naast lichamelijke restverschijnselen vaak ook specifieke emotionele en sociale problemen. Goede nazorg houdt dan in dat de huisarts de relatie met deze patiënten actief onderhoudt, zelf het initiatief neemt om hun problemen bespreekbaar te maken en proactief hulp organiseert. De ‘vraaggestuurde’, dat wil zeggen veeleer afwachtende en reactieve opstelling van veel huisartsen staat op gespannen voet met deze vereisten. (aut. ref.)
Background: The last twenty years have seen an enormous increase in the number of long-term survivors of cancer, and it has been suggested that the follow-up care of these patients should be shifted from secondary to primary care, with general practitioners having a coordinating role. We investigated the opinions of primary care professionals and in this article evaluated whether general practitioners are ready for this central role. Method: The opinions of 53 primary care professionals, including 15 general practitioners, were investigated in the period 2008-2010. In-depth interviews were held with 35 participants (11 general practitioners); the other 18 participants (4 general practitioners) took part in a focus group discussion. Results: General practitioners preferably approach patients with treated cancer as ‘normal’ patients with chronic disorders. They also prefer to harness the patient’s strengths and abilities and tend not to provide structured follow-up care or to refer the patient to other primary care professionals. Conclusion: After treatment, patients with cancer often have not only physical disabilities but also specific emotional and social problems. Good follow-up care thus requires that general practitioners actively maintain their relationship with the patient, take the initiative to raise and discuss patient’s problems, and proactively organize help and care. This is in sharp contrast to the ‘demand-driven’ approach of many general practitioners, who often adopt a wait-and-see attitude.(aut. ref.)