Publicatie

Publicatie datum

Evaluatie van de beleidswijziging van het verstrekken hoortoestellen in 2013: de gevolgen van de beleidswijziging voor de ervaren kwaliteit en betaalbaarheid van de hoorzorg.

Hendriks, M., Vries, J.L.E. de, Bos, M., Mosca, I., Oortwijn, W., Plass, A.M. Evaluatie van de beleidswijziging van het verstrekken hoortoestellen in 2013: de gevolgen van de beleidswijziging voor de ervaren kwaliteit en betaalbaarheid van de hoorzorg. Utrecht: NIVEL, 2015. 84 p.
Download de PDF
Per 1 januari 2013 is het overheidsbeleid voor het verstrekken van hoortoestellen op twee punten gewijzigd: de functiegerichte aanspraak is ingevoerd samen met een nieuw vergoedingssysteem. Het NIVEL en Ecorys evalueerden de effecten van deze beleidswijziging voor de door hoortoesteldragers ervaren kwaliteit en de betaalbaarheid van de hoorzorg. De evaluatie laat zien dat de ervaringen van hoortoesteldragers met de audicien en het hoortoestel ten minste gelijk zijn gebleven na de invoering van het nieuwe beleid. Tegelijkertijd zijn zowel de kosten ten laste van het zorgverzekeringsfonds als de hoogte van de eigen bijdragen voor de hoortoesteldragers verminderd.
De gedachte achter de ‘functiegerichte aanspraak’ is dat de beperkingen die een slechthorende in verschillende situaties ervaart zo optimaal mogelijk worden gecompenseerd. Om dit in de praktijk vorm te geven is door Zorgverzekeraars Nederland het ‘Indicatieprotocol hoorzorg’ opgesteld. Dit protocol moet ertoe leiden dat er een eenvoudige hoor-oplossing wordt geboden waar dat kan en een complexe hoor-oplossing waar dat nodig is. Tegelijkertijd is het vergoedingssysteem voor hoortoestellen veranderd. Hierbij is een eigen bijdrage van 25% aan de voet geïntroduceerd. Deze eigen bijdrage heeft betrekking op de aanschafkosten van het hoortoestel. Tot 2013 bestond de vergoedingssystematiek uit maximum vergoedingslimieten. Hierbij was sprake van eigen betalingen aan de top; het bedrag boven de vergoedingslimiet kwam voor eigen rekening van de hoortoestelgebruiker.
Positieve ervaringen met de audicien en het hoortoestel
Hoortoesteldragers zijn over het algemeen positief over de dienstverlening door de audicien en over het hoortoestel dat ze hebben, zowel voor als na de beleidswijziging in 2013 (periode 2010-2014). Ze rapporteerden na de beleidswijziging op meerdere aspecten positievere ervaringen met de audicien en het hoortoestel dan ervoor. Maar het gaat hier om kleine verschillen.
Indicatieprotocol hoorzorg
Om de functiegerichte aanspraak vorm te geven is door Zorgverzekeraars Nederland het ‘Indicatieprotocol hoorzorg’ opgesteld. Binnen dit protocol deelt de audicien een persoon op basis van audiologische testen en de ‘Amsterdamse vragenlijst voor auditieve beperkingen’ in in één van vijf categorieën. De categorieën variëren van relatief eenvoudig op te lossen gehoorproblemen (categorie 1) tot de meest complexe gehoorproblemen (categorie 5). Iemand krijgt in principe alleen een hoortoestel vergoed dat binnen zijn categorie valt. Het is niet duidelijk in hoeverre het Indicatieprotocol hoorzorg reeds volledig is geïmplementeerd. De helft van de mensen gaf aan een vragenlijst te hebben ingevuld over hun gehoorprobleem en de meerderheid (circa 70%) weet niet in welke categorie ze vallen. Bijna 5% van de verstrekte hoortoestellen was niet ingedeeld in één van de vijf categorieën.
Verbeterpunten
Er liggen voor audiciens verbeterpunten als het gaat om de informatievoorziening. Een aanzienlijke groep geeft aan dat ze niet zijn geïnformeerd over het recht om twee hoortoestellen te proberen, de mogelijkheid om een extra zorgvraag in te dienen en de mogelijkheid om een hoortoestel op eigen kosten aan te schaffen. Dit terwijl in het Indicatieprotocol hoorzorg staat dat mensen deze informatie dienen te krijgen van de audicien. Ook de keuzevrijheid tussen hoortoestellen is een punt van aandacht. Twee derde van de mensen gaf aan na de beleidswijziging uit één of twee hoortoestellen te kunnen kiezen. Van deze groep vond bijna 40% dit niet genoeg; dit is een kwart van alle respondenten. Eén op de vijf had graag meer hoortoestellen willen proberen.
Betaalbaarheid van de hoorzorg verbeterd
Zowel de kosten ten laste van het zorgverzekeringsfonds als de hoogte van de eigen bijdragen voor hoortoesteldragers zijn gedaald na de beleidswijziging. In 2012 bedroegen de totale uitgaven aan hoortoestellen ongeveer 170 miljoen euro. Vervolgens zijn de uitgaven in 2013 sterk gedaald naar ongeveer 120 miljoen euro. Dit is zelfs onder het niveau van de uitgaven in de periode 2008 tot en met 2011. De gemiddelde eigen bijdrage lag in de eerste helft van 2014 (336 euro) 51,1% lager dan de gemiddelde eigen betaling in 2009/2010 (648 euro). Eveneens is het percentage hoortoestelgebruikers dat het betalen van de eigen betaling/bijdrage van een hoortoestel als een groot probleem ervoer gedaald over de jaren: van 15% in 2009/2010 naar 5% in de eerste helft van 2014.
Daarnaast lijkt het waarschijnlijk dat de prijzen van hoortoestellen zijn gedaald tussen 2009 en 2014. Door het ontbreken van exacte en consistente prijsdata van hoortoestellen kunnen we niet concluderen dat de berekende prijsdaling een effect is van de beleidswijziging.
Beleidswijziging voldoet aan verwachting
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beoogde met de beleidswijziging de doelmatigheid van de hoorzorg, alsook de toegankelijkheid en betaalbaarheid voor de individuele hoortoesteldrager te verbeteren. Dit bij gelijkblijvende lasten voor het zorgverzekeringsfonds en zonder noemenswaardig verlies van kwaliteit. De evaluatie laat zien dat de ervaringen van hoortoesteldragers met de kwaliteit van de hoorzorg gelijk is gebleven of is verbeterd na de beleidswijziging. Daarbij zijn zowel de kosten ten laste van het zorgverzekeringsfonds als de hoogte van de eigen bijdragen van hoortoesteldragers verminderd. Hiermee heeft de beleidswijziging de beoogde effecten. (aut. ref.)