Senior onderzoeker Huisartsenzorg
Publicatie
Publicatie datum
Patiënten die rechtstreeks bij de fysiotherapeut komen behalen vaker de behandeldoelen.
Swinkels, I.C.S., Kooijman, M.K., Leemrijse, C.J. Patiënten die rechtstreeks bij de fysiotherapeut komen behalen vaker de behandeldoelen. www.nivel.nl: NIVEL, 2009.
Download de PDF
Steeds meer patiënten gaan zonder verwijzing naar de fysiotherapeut. Zij krijgen gemiddeld twee behandelingen minder en andere behandelingen en verrichtingen dan patiënten met een verwijzing.
Sinds voor behandeling door de fysiotherapeut geen verwijsbrief meer nodig is, komen steeds meer patiënten zonder tussenkomst van een arts bij de fysiotherapeut. In het eerste kwartaal van 2006 is dat een kwart van de patiënten. In het laatste kwartaal van 2007 is dit al 35%. De stijging doet zich voor in alle patiëntencategorieën. Patiënten bij wie de klacht voor het eerst is opgetreden, patiënten met lage rugklachten, knieklachten en jongeren gaan het meest zonder verwijsbrief naar de fysiotherapeut, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Minder en anders
Patiënten die zonder verwijzing bij de fysiotherapeut komen, krijgen meestal een andere behandeling dan verwezen patiënten. Ze krijgen gemiddeld twee behandelingen minder. Bij hen worden ook andere behandeldoelen gesteld, zo is de behandeling vaker gericht op het verbeteren van de houding tijdens bewegen, zoals bukken en juist minder vaak op het handhaven van de houding tijdens stilstaan of zitten. Verder worden bij de patiënten zonder verwijzing andere verrichtingen toegepast. Er wordt bijvoorbeeld vaker gebruik gemaakt van manuele technieken. Bij de patiënten zonder verwijzing worden de behandeldoelen vaker volledig bereikt dan bij verwezen patiënten. NIVEL-onderzoeker Ilse Swinkels: “Patiënten die zonder tussenkomst van een arts bij de fysiotherapeut komen zijn misschien gemotiveerder om actief aan hun behandeling bij te dragen en de adviezen van de fysiotherapeut op te volgen, dan patiënten die zijn verwezen door een arts. Dit zou de verschillen in de behandeling en het resultaat kunnen verklaren.”
LiPZ
Het onderzoek is verricht met gegevens van de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ), een landelijk representatief registratienetwerk waarin fysiotherapeuten, oefentherapeuten Cesar, oefentherapeuten Mensendieck en diëtisten maandelijks gegevens aanleveren.
Sinds voor behandeling door de fysiotherapeut geen verwijsbrief meer nodig is, komen steeds meer patiënten zonder tussenkomst van een arts bij de fysiotherapeut. In het eerste kwartaal van 2006 is dat een kwart van de patiënten. In het laatste kwartaal van 2007 is dit al 35%. De stijging doet zich voor in alle patiëntencategorieën. Patiënten bij wie de klacht voor het eerst is opgetreden, patiënten met lage rugklachten, knieklachten en jongeren gaan het meest zonder verwijsbrief naar de fysiotherapeut, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Minder en anders
Patiënten die zonder verwijzing bij de fysiotherapeut komen, krijgen meestal een andere behandeling dan verwezen patiënten. Ze krijgen gemiddeld twee behandelingen minder. Bij hen worden ook andere behandeldoelen gesteld, zo is de behandeling vaker gericht op het verbeteren van de houding tijdens bewegen, zoals bukken en juist minder vaak op het handhaven van de houding tijdens stilstaan of zitten. Verder worden bij de patiënten zonder verwijzing andere verrichtingen toegepast. Er wordt bijvoorbeeld vaker gebruik gemaakt van manuele technieken. Bij de patiënten zonder verwijzing worden de behandeldoelen vaker volledig bereikt dan bij verwezen patiënten. NIVEL-onderzoeker Ilse Swinkels: “Patiënten die zonder tussenkomst van een arts bij de fysiotherapeut komen zijn misschien gemotiveerder om actief aan hun behandeling bij te dragen en de adviezen van de fysiotherapeut op te volgen, dan patiënten die zijn verwezen door een arts. Dit zou de verschillen in de behandeling en het resultaat kunnen verklaren.”
LiPZ
Het onderzoek is verricht met gegevens van de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ), een landelijk representatief registratienetwerk waarin fysiotherapeuten, oefentherapeuten Cesar, oefentherapeuten Mensendieck en diëtisten maandelijks gegevens aanleveren.
Gegevensverzameling