Publicatie

Publicatie datum

Urban-rural variations in health care = Verschillen tussen stad en platteland in zorg en gezondheid.

Verheij, R.A. Urban-rural variations in health care = Verschillen tussen stad en platteland in zorg en gezondheid. Utrecht: NIVEL, 1999. 228 p. Proefschrift Universiteit Utrecht.
Download de PDF
Hoewel vaak de indruk bestaat dat in Nederland één stedelijk leefpatroon domineert, bestaan er wel degelijk nog verschillen tussen stad en landelijk gebied. Zo ook in de gezondheidssituatie van de bevolking en het gebruik dat zij van gezondheidszorg maakt. In het proefschrift ‘Urban-rural variations in health care' komt dit duidelijk naar voren.

Het is al langer bekend dat de bevolking in stedelijke gebieden minder gezond is. Dat heeft voor een deel te maken met de welvaart en de leeftijdsopbouw van de bevolking. Wanneer men echter corrigeert voor sociaal-economische en demografische kenmerken, blijkt toch de stadsbevolking in het algemeen minder gezond te zijn dan de bevolking van landelijke gebieden. Verondersteld werd wel dat juist mensen met een bepaalde gezondheidssituatie naar de stad zouden trekken (selectieve migratie). Dit speelt slechts een geringe rol. Het lijkt erop dat de oorzaak van dit verschil gezocht moet worden in de stedelijke omgeving zelf. Hierbij valt op dat het verband tussen woonplaats en gezondheidstoestand niet bij alle bevolkingsgroepen even sterk is.
Gegeven sociaal-economische status, demografische kenmerken en gezondheids- situatie maken stedelingen meer gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen dan bewoners van landelijke gebieden. Hiervoor is nog geen verklaring gevonden. De gangbare verklaringen, zoals de grotere nabijheid van voorzieningen in de stad, konden in dit onderzoek niet bevestigd worden.
Opvallend, maar beter verklaarbaar, is dat in de stad niet alleen vaker een beroep wordt gedaan op de gezondheidszorg, maar ook op meer bronnen van gezond- heidszorg. Dit verschijnsel ziet men vooral bij de geestelijke gezondheidszorg. Hier lijkt de verklaring evident dat er eenvoudig meer zorgmogelijkheden zijn in de stad.

Mogelijkheden voor beleid
Om het verschil in gebruik van zorg tussen stad en platteland te verminderen, kan men de gezondheidssituatie van stadsbewoners trachten te beïnvloeden. Een stedelijk gezondheidsbeleid zal zich dan met name moeten richten op de preventie van problemen met de geestelijke gezondheid. Overigens lijkt het niet waar- schijnlijk is dat men de verschillen in gezondheid tussen stad en platteland (geheel) zal kunnen opheffen.
Wellicht zinvoller is dan ook het beleid te richten op de hoeveelheid gezondheids- zorg die wordt gebruikt. Kennelijk is de drempel van de verschillende gezondheids- zorgvoorzieningen in steden lager dan in landelijke gebieden. Het is overigens nog niet duidelijk of de drempel in het ene geval te laag is, of in het andere geval te hoog, hoewel dit laatste niet aannemelijk is.
Het lijkt zinvol om de poortwachtersfunctie van de huisarts in stedelijke gebieden te versterken. De huisarts is de enige die een volledig overzicht kan hebben van het zorggebruik van zijn patiënten. Hij is ook goed in staat om zowel het gebruik van huisartsenzorg als dat van specialistische zorg te beperken.
Wanneer het echter gaat om de geestelijke gezondheidszorg, slaagt hij daar minder in. Overeenkomstig een recent advies van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg zou juist op dit punt de poortwachtersfunctie van de huisartsen versterkt kunnen worden door samenwerking met het maatschappelijk werk, de GGD-en en de geestelijke-gezondheidszorginstellingen. Hiervoor kunnen bovendien gelden uit de stedelijke achterstandsfondsen worden ingezet.