Publicatie

Publicatie datum

Working hours of general practitioners: identifying differences in working hours with data obtained by a real time measurement tool.

Hassel, D.T.P. van. Working hours of general practitioners: identifying differences in working hours with data obtained by a real time measurement tool. Utrecht: Nivel, 2020. 228 p. Proefschrift van de Radboud Universiteit Nijmegen
Download de PDF
Dit proefschrift gaat over de tijdsbesteding van huisartsen. Tijdsbesteding is een belangrijk gegeven voor de discussies over werkdruk en beroepskrachtenplanning.

Als we kijken naar eerder uitgevoerde (inter)nationale studies naar de tijdsbesteding van huisartsen dan vallen twee tekortkomingen op. Ten eerste geven deze onderzoeken vooral zicht op de tijdsbesteding op praktijkniveau of richten zij zich alleen op de uren van zelfstandig gevestigde huisartsen. Inzicht in de tijdsbesteding van het toenemend aantal huisartsen dat werkt als HIDHA en vooral als waarnemer ontbreken vaak. Ten tweede zijn ze gebaseerd op vragenlijst- of dagboekmethoden, die beperkingen kennen wat betreft betrouwbaarheid als gevolg van beperkte respons en ‘geheugeneffecten’.

Dit is aanleiding geweest om een nieuwe onderzoeksmethode te ontwikkelen, die gebaseerd is op de time sampling technique (ook wel bekend als multi-momentopname) en het gebruik van SMS als medium om de tijdsbesteding van huisartsen zo real time mogelijk te meten. Met deze methode zijn gedurende 14 maanden elke week zo’n 20 huisartsen op willekeurige momenten tijdens de ‘meetweek’ met SMS’jes bevraagd over hun werkactiviteit. In totaal deden ruim 1.000 huisartsen mee aan dit landelijk onderzoek, dat hierna verder wordt uitgelegd. Het zijn deze tijdsbestedingsdata die centraal staan in dit proefschrift en waarmee de volgende twee hoofdvragen worden beantwoord:
1. Hoe kunnen de werkuren van huisartsen gemeten worden met een real time meetinstrument en SMS als medium, en hoe haalbaar, valide en betrouwbaar is deze methode?
2. Hoe kunnen de gemeten verschillen in werkuren tussen huisartsen verklaard worden door individuele-, functie- en praktijkkenmerken?