Nieuws
Leerboek over communicatie in de zorg
Hoe komt een zorgverlener in een gesprek tegemoet aan de behoeften van een patiënt, zonder zijn eigen doelstellingen uit het oog te verliezen? Hoe betrek je zieke kinderen bij het gesprek? Hoe communiceer je met ouderen? Een nieuw leerboek over communicatie biedt verpleegkundigen en andere zorgverleners houvast.“Communicatie is een invloedrijk instrument, dat bijdraagt aan de kwaliteit van leven en het welzijn van veel patiënten”, stelt Sandra van Dulmen, programmaleider bij het NIVEL en een van de auteurs van het boek 'Communiceren in de zorg', een boek over het gesprek tussen verpleegkundige en patiënt. Dit gesprek kan plaatsvinden op de polikliniek of op een afdeling van een ziekenhuis, in een verpleeg- of verzorgingshuis, bij een patiënt thuis of in een huisartsenpraktijk, of op elke andere plek waar een patiënt en een verpleegkundige elkaar ontmoeten.
Veranderende rol
Communicatie met patiënten is een belangrijk onderdeel van het werk van verpleegkundigen. De auteurs gaan in op de – veranderende – rol van de verpleegkundige, de veranderingen in de taakafbakening met de arts en de vaardigheden die de verpleegkundige moet beheersen, waar goed communiceren er één van is. Het gesprek tussen verpleegkundige en patiënt komt terug in de preventieve, acute, chronische en intensieve zorg. Omdat de communicatie met bepaalde patiëntengroepen specifieke eisen stelt aan het gesprek, wordt in het boek apart aandacht besteed aan verschillende belangrijke patiëntengroepen en gespreksdoelen.
Ouderen of kinderen
Naast een theoretisch kader biedt het boek ook antwoorden op praktische vragen zoals: waar moet ik in de communicatie met ouderen speciaal op letten? En waarin verschilt dat met een gesprek met zieke kinderen? Hoe kan ik mijn patiënt informatie geven over een behandeling zodat hij of zij die informatie ook onthoudt? “Bij ouderen bijvoorbeeld moet je rekening houden verminderd geheugen, gehoor, gezichtsvermogen, met het sociale vangnet. Maar ook met de zorgen en vragen van de patiënt en diens behoefte aan informatie. Hou er rekening mee dat emotioneel belastende informatie – bijvoorbeeld over de prognose – het onthouden in de weg kan staan”, vertelt Sandra van Dulmen. “Bij kinderen moet je duidelijk maken dat je echt de mening van het kind wil weten, je echt tot het kind richten. Je vraagt bijvoorbeeld de ouders pas later te reageren en je vraagt het kind wat het zelf wil weten. Bij allochtonen probeer je te achterhalen in hoeverre iemand zich identificeert met westerse ideeën over gezondheid, wat ze precies verwachten en in hoeverre ze de informatie begrijpen.”
Auteurs
De drie auteurs doen al jarenlang onderzoek naar communicatie in de zorg. Sandra van Dulmen is programmaleider bij het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), Julia van Weert is universitair hoofddocent gezondheidscommunicatie bij de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR) van de Universiteit van Amsterdam, Jesse Jansen is onderzoeker bij the Sydney School of Public Health (Screening and Test evaluation Program) en het Centre for Medical Psychology and Evidence-based Decision-making (CeMPED) van de Universiteit van Sydney in Australië.
Samenwerkingspartners
- Universiteit van Amsterdam (ASCoR)
- Universiteit van Sydney (CeMPED)