Afgesloten
2007

Huisartsenzorg in achterstandsgebieden grote steden; vooronderzoek ter verbetering van de kwaliteit, 2007

Duur: apr - dec 2007

Achtergrond
In achterstandswijken wonen relatief veel meer lager opgeleiden, mensen met een laag inkomen en niet-westerse allochtonen. Oorzaken van ongezondheid komen vaker in combinatie voor onder lagere socio-economische groepen. Er is behoefte aan meer inzicht in welke specifieke groepen patiënten met specifieke gezondheidsklachten naar verhouding meer voorkomen in achterstandswijken. Gerichter aanbod van de huisartsenzorg aan deze specifieke groepen patiënten in achterstandswijken zou tot kwaliteitsverbetering moeten leiden.

Onderzoeksvragen
1. Welke aandoeningen komen het meest voor onder bewoners van achterstandswijken?
2. Verschillen deze meest voorkomende gezondheidsklachten/diagnoses in achterstandswijken van de gezondheidsproblemen in andere wijken in Nederland?
3. Hoe groot is de geschatte ziektelast uitgedrukt in ziektewegingsfactoren onder de meest voorkomende aandoeningen bij bewoners van achterstandswijken?
4. Bij welke specifieke groepen patiënten - ziekenfondspatiënten, niet-westerse allochtonen en de combinatie van beiden - komen de gezondheidsproblemen met de grootste ziektelast het meest voor wanneer er in subgroepanalyses rekening gehouden wordt met herkomst en stedelijkheidsgraad?

Methode
De gegevens van LINH uit 2004 worden gekoppeld aan de GBA. Vanuit LINH-GBA bestanden worden de prevalenties van aandoeningen berekend in en buiten achterstandswijken. Subgroepanalyses gebeuren op niveau van socio-economische status (opleiding, inkomen of ziekenfondsstatus) en op basis van etniciteit (autochtonen en niet-westerse allochtonen). Van de meest voorkomende aandoeningen wordt de ziektelast nagegaan volgens de besstaande lijst Dutch Disability Weights.

Resutlaat
De antwoorden op bovengestelde vragen moeten leiden tot de identificatie van een reeks gezondheidsproblemen die specifiek voorkomen onder bepaalde doelgroepen in achterstandswijken en waarvoor er specifieke toegepaste interventies kunnen worden opgezet.

Dit project wordt gesubsidieerd door
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)