Publicatie

Publicatie datum

Effectiviteit van een klassieke Crew Resource Management training in de Intensive Care: een gecontroleerde studie.

Kemper, P.F., Bruijne, M. de, Dyck, C. van, So, K.L., Tangkau, P., Wagner, C. Effectiviteit van een klassieke Crew Resource Management training in de Intensive Care: een gecontroleerde studie.: , 2013. 97-98 p. Abstract. In: Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs. Abstractbook NVMO Congres 2013. 7-8 november, Egmond aan Zee.
Lees online
Achtergrond
Er is een toenemende bewustwording dat onbedoelde zorg gerelateerde schade in de gezondheidszorg vaker voortvloeit uit problemen met niet-technische vaardigheden, dan door een gebrek in technische, of klinische, vaardigheden. Dit is vooral van belang in de Intensive Care (IC), waar complexe zorg wordt geleverd door meerdere professionals aan kwetsbare patiënten. Teamtraining, gebaseerd op Crew Resource Management (CRM), zou de patiëntveiligheid kunnen verbeteren. CRM heeft als doel om het begrip te verhogen over hoe dreigingen en risico’s kunnen leiden tot onveilig gedrag. Daarnaast biedt het methoden en niet-technische vaardigheden om de patiëntveiligheid te verbeteren door optimaal gebruik te maken van de menselijke en technische middelen binnen een team. CRM-evaluaties zijn echter niet eenduidig als het gaat om veranderingen in gedrag en uitkomsten op organisatie niveau. Dit ligt vooral aan de zwakke studie designs (bv geen controle groep of een korte follow-up periode). Ook worden observaties weinig gebruikt als objectief meetinstrument.

Doel
Wij hebben daarom het effect van CRM in de IC geëvalueerd in een gecontroleerd design, met directe observaties en een follow-up periode van één jaar.

Methode
Zes IC’s (drie interventie, drie controle) namen deel in een gepaarde controle trial met één voormeting en twee nametingen (na 3 en 12 maanden). De tweedaagse klassikale training werd gegeven aan multidisciplinaire groepen (i.e. artsen, verpleegkundigen, management).
Typische CRM-onderwerpen op individueel, team, en organisatie niveau werden besproken, zoals situatiebewustzijn, leiderschap, en communicatie. Alle niveaus van het evaluatiemodel van Kirkpatrick (reactie, leren, gedrag, en organisatie) werden gemeten middels een ‘mixed method design’, waaronder vragenlijsten, directe observaties van professionele communicatie en administratieve data.
Effecten van de CRM-training werden bepaald door de veranderingen in uitkomsten in de interventie groep te vergelijken met die in de controle groep.

Resultaten
Niveau I: Participanten waren zeer positief na de training.
Niveau II: Attitudes ten aanzien van tactieken om het situatiebewustzijn te optimaliseren waren relatief hoog in de voormeting en bleven stabiel.
Niveau III: Zelf gerapporteerd gedrag aangaande tactieken om het situatiebewustzijn te optimaliseren verbeterde in de interventie groep. Er zijn geen veranderingen gevonden in de geobserveerde werk gerelateerde communicatie.
Niveau IV: Patiëntuitkomsten waren niet veranderd. De foutenmanagement cultuur en werktevredenheid verbeterden in de interventiegroep. De patiëntveiligheidscultuur verbeterde in zowel de interventie als de controle groep.

Discussie
Op basis van de resultaten kunnen we concluderen dat CRM, zoals gegeven in de huidige studie, de manier veranderd waarop deelnemers met fouten en risico’s omgaan. Deelnemers zijn ervan overtuigd dat zij fouten meer open kunnen bespreken en proberen actief op risico’s te anticiperen. Op organisatie niveau is de werktevredenheid ook verbeterd als gevolg van de CRM-training. Hoewel zelf gerapporteerd gedrag wel verbeterde, is er geen verandering gevonden in de expliciete werkgerelateerde communicatie, noch in patiëntuitkomsten. Dit is een teken dat hoewel CRM het fundament legt voor kwaliteitsverbetering, dat verbeteringen in klinische uitkomsten verdere implementatie vereisen van meerdere CRM initiatieven.