Publicatie

Publicatie datum

Patiëntenpanel Chronisch Zieken: kerngegevens 2001/2002.

Baanders, A.N., Calsbeek, H., Spreeuwenberg, P., Rijken, P.M. Patiëntenpanel Chronisch Zieken: kerngegevens 2001/2002. Utrecht: NIVEL, Patiëntenpanel Chronisch Zieken, 2003. 104 p.
Chronisch zieken zijn goed te spreken over de kwaliteit van de zorgverlening door de huisarts en de medisch specialist. Toch zijn er nog punten waarop die zorg verbeterd kan worden. Zo vindt ruim 50% van de ondervraagden dat de huisarts onvoldoende weet over de eigen aandoening. Ook zijn er vaak (huisarts: 65%, specialist: 50%) geen afspraken gemaakt over wat te doen in geval van nood. Dit blijkt uit NIVEL onderzoek onder ca. 2200 mensen met een chronische aandoening.

Ruim 55% vindt dat de specialist geen duidelijke informatie verstrekt over de organisatie van de polikliniek. Deze cijfers zijn afkomstig uit de jaarlijkse rapportage van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken (PPCZ), een groep van ca. 2200 zelfstandig wonende personen van 16 jaar of ouder met een medisch gediagnosticeerde chronische lichamelijke aandoening. Dit rapport bevat cijfers over de ervaringen met en het oordeel over de zorg van mensen met een chronische aandoening, maar ook over hun kwaliteit van leven, en hun financiële en maatschappelijke situatie. Chronisch zieken hebben een maatschappelijke achterstandpositie. Hun financiële positie steekt ongunstig af bij die van de algemene bevolking, deels als gevolg van hoge ziektegerelateerde uitgaven. Bovendien is hun arbeidsdeelname twee keer zo laag. Een groot deel van de chronisch zieken is daardoor aangewezen op een uitkering.
Trends, ontwikkelingen en knelpunten worden beschreven, zodat de invloed van beleidsmaatregelen zichtbaar wordt.
Het onderzoek wordt verricht in opdracht van het Ministerie van VWS, het ministerie van SZW en de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ).