Publicatie

Publicatie datum

Preventie van chronische nierinsufficiëntie in de huisartsenpraktijk.

Nielen, M.M.J., Schellevis, F.G., Verheij, R.A. Preventie van chronische nierinsufficiëntie in de huisartsenpraktijk. Utrecht: NIVEL, 2006. 39 p.
Download de PDF
Bij 39% van de patiënten met suikerziekte en een kwart van de patiënten met hoge bloeddruk wordt jaarlijks de nierfunctie getest. Bij slechts 11% van de diabetes mellitus patiënten onder de 50 jaar werd jaarlijks gekeken naar de hoeveelheid eiwit in de urine (microalbuminurie), wat een belangrijke aanwijzing is voor verborgen nierschade. Volgens de richtlijnen van de beroepsgroep dienen deze onderzoeken bij deze patiënten jaarlijks te gebeuren. Nierfunctietesten worden vooral gedaan bij patiënten met meer risicofactoren naast hypertensie en diabetes mellitus. In solopraktijken worden minder nierfunctietesten aangevraagd dan in praktijken waarin meerdere huisartsen werken.

Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksinstituut NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg), gesubsidieerd door Nierstichting Nederland. In het onderzoek werd gekeken naar de kwaliteit van de opsporing van de belangrijkste risicofactoren voor chronisch nierfalen, hypertensie en diabetes mellitus, enerzijds en de screening op chronisch nierfalen bij patiënten met hypertensie en diabetes mellitus anderzijds. Deze bevindingen wijzen er op dat er verbeteringen mogelijk en nodig zijn in de preventie van chronisch nierfalen in de huisartsenpraktijk

Belang van goede opsporing van toekomstige nierpatiënten
Veel nierziekten verlopen in het begin onopgemerkt, omdat klachten pas ontstaan als 60-70% van de nierfunctie is uitgevallen. Vanaf het ontstaan van de nierziekte duurt het vaak maanden tot jaren voordat chronisch nierfalen ontstaat. Bij nog verdere uitval van de nier kan een levensbedreigende situatie ontstaan, wat dure en belastende behandelingen als nierdialyse of niertransplantatie noodzakelijk maakt om sterfte te voorkomen. Door vroege opsporing van chronisch nierfalen kan adequate behandeling leiden tot behoud van nierfunctie en het voorkomen of uitstellen van dialyse.

De belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van chronisch nierfalen zijn hypertensie en diabetes mellitus. Daarnaast speelt met name leeftijd een rol. In Nederland zijn naar schatting 600.000 mensen met diabetes mellitus en meer dan een miljoen hypertensie patiënten. Deze aantallen zullen alleen maar toenemen, waardoor ook het aantal toekomstige nierpatiënten zal stijgen. Aangezien in Nederland de meeste patiënten met hypertensie en diabetes mellitus ontdekt en behandeld worden door de huisarts, heeft de huisarts een belangrijke rol bij de preventie van chronisch nierfalen.

Methode
Dit onderzoek naar de opsporing van hypertensie, diabetes mellitus en nierfalen in de huisartspraktijk is uitgevoerd met gegevens uit het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH), een landelijk representatief netwerk van huisartsenpraktijken, en gegevens uit de Tweede Nationale Studie naar Ziekten en Verrichtingen in de Huisartspraktijk in 2001. Naast de gegevens over klachten, aandoeningen en voorgeschreven medicatie, werden ook gegevens verzameld over het door de huisarts aangevraagd laboratoriumonderzoek. Het aantal patiënten dat jaarlijks wordt getest is in werkelijkheid mogelijk wat hoger, omdat niet kon worden onderzocht of de niet geteste patiënten een jaarlijkse nieronderzoek krijgen bij een medisch specialist

Nierstichting zet in op bij- en nascholingsprogramma
Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek zijn de Nierstichting en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) in gesprek over het opzetten van een bij- en nascholingsprogramma voor huisartsen met betrekking tot preventie en behandeling van chronische nierinsufficiëntie. Deze zal later ook vertaald worden naar een programma gericht op praktijkondersteuners. Tijdens de voorbereiding van de campagne ‘Stop beginnende nierziekte’ van de Nierstichting is tevens afgesproken dat het NHG in 2007 een standaard opstelt voor macroalbuminurie. De Nierstichting ziet in deze studie een bevestiging van de door haar ingeslagen weg om aandacht te vragen voor de vroege opsporing van verborgen nierschade en eiwit in de urine.
Gegevensverzameling