Senior onderzoeker Huisartsenzorg
Publicatie
Publicatie datum
Haalbaarheidsstudie syndroomsurveillance van infectieziekten in asielzoekerscentra.
Heins, M., Verheij, R., Hahné, S., Hooiveld, M. Haalbaarheidsstudie syndroomsurveillance van infectieziekten in asielzoekerscentra. Utrecht: NIVEL, 2017. 35 p.
Download de PDF
Achtergrond
De afgelopen jaren was er een grote toestroom van asielzoekers naar Nederland. Asielzoekers zijn een kwetsbare groep en hebben mogelijk een verhoogd risico op infectieziekten. Doordat asielzoekers verspreid over vele opvanglocaties worden opgevangen en ook frequent verhuizen van de ene naar de andere opvanglocatie, worden clusters van infectieziekten mogelijk niet opgemerkt. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) heeft daarom aanbevolen het vóórkomen (de incidentie) van infectieziekten bij deze groep te monitoren door middel van syndroomsurveillance. Hierbij wordt niet gewacht op de laboratoriumuitslagen van ziekten, maar worden symptomen of klinische diagnoses gebruikt.
Doel
Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) heeft in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), GC A (Gezondheidscentrum Asielzoekers) en GGD GHOR Nederland een haalbaarheidsstudie uitgevoerd die als doel had incidenties van infectieziekten onder asielzoekers te bepalen en de haalbaarheid en toegevoegde waarde te onderzoeken van een syndroomsurveillance systeem voor infectieziekten onder asielzoekers.
Het vóórkomen van infectieziekten
Voor het bepalen van incidenties van infectieziekten onder asielzoekers zijn gegevens nodig over het aantal personen met infectieziekten (de teller) en het totaal aantal asielzoekers in de opvanglocaties (de noemer). Voor een surveillance systeem moeten deze gegevens periodiek (bij voorkeur wekelijks) beschikbaar gemaakt worden. Vanwege de kwetsbaarheid van deze doelgroep en de gevoeligheid van de gegevens is extra aandacht voor privacybescherming nodig. In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre het mogelijk is om op basis van elektronische patiëntendossiers die routinematig worden bijgehouden in de centra, een surveillance systeem op te zetten. Elektronische patiëntendossiers als basis Zorgverleners van GC A maken op alle opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gebruik van één huisartsinformatiesysteem: WebHIS Zorgdossier. De vastgelegde zorggegevens van asielzoekers die in 2015-2016 een bezoek hebben gebracht aan een GC A locatie zijn eenmalig via een ‘trusted third party’ gepseudonimiseerd naar het NIVEL verzonden. Gegevens over het totaal aantal asielzoekers per maand over de jaren 2015-2016, uitgesplitst naar geslacht, zijn apart verkregen via het COA.
Resultaten
Met de verkregen gegevens was het haalbaar om incidenties van infectieziekten per jaar te berekenen voor de totale groep asielzoekers en voor mannen en vrouwen apart. Bepalen van incidenties per leeftijdsgroep, nationaliteit en opvanglocatie was niet mogelijk met de gegevens waarover het NIVEL beschikte binnen het kader van dit onderzoek. Binnen het kader van deze studie bleek het niet haalbaar om de gegevens over het aantal infectieziekten en het aantal aanwezige asielzoekers per opvanglocatie frequent (wekelijks) beschikbaar te maken. Dit kwam allereerst doordat het niet mogelijk was bij de software-leverancier om de bestanden te beperken tot gegevens over de laatste week, waardoor de verwerkingstijd onacceptabel lang werd. Daarnaast was het niet mogelijk om de opvanglocatie betrouwbaar uit de ontvangen gegevens te destilleren.
Conclusie
Op dit moment is het mogelijk om incidenties van infectieziekten te berekenen over de totale populatie asielzoekers in asielzoekerscentra, op basis van gegevens uit elektronische patiëntendossiers die routinematig in de centra worden bijgehouden. De daarvoor benodigde data kunnen in privacy-technisch opzicht beschikbaar gemaakt worden. Voordat er echter sprake kan zijn van een surveillance systeem, moet het mogelijk zijn om gebruik te maken van wekelijks incrementele gegevensbestanden (gegevens die iedere week worden aangevuld met nieuwe data) en moet de opvanglocatie betrouwbaar uit de data te destilleren zijn. Om dit mogelijk te maken is intensievere medewerking van de softwareleverancier nodig dan binnen het kader van deze studie kon worden gerealiseerd. (aut. ref.)
De afgelopen jaren was er een grote toestroom van asielzoekers naar Nederland. Asielzoekers zijn een kwetsbare groep en hebben mogelijk een verhoogd risico op infectieziekten. Doordat asielzoekers verspreid over vele opvanglocaties worden opgevangen en ook frequent verhuizen van de ene naar de andere opvanglocatie, worden clusters van infectieziekten mogelijk niet opgemerkt. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) heeft daarom aanbevolen het vóórkomen (de incidentie) van infectieziekten bij deze groep te monitoren door middel van syndroomsurveillance. Hierbij wordt niet gewacht op de laboratoriumuitslagen van ziekten, maar worden symptomen of klinische diagnoses gebruikt.
Doel
Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) heeft in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), GC A (Gezondheidscentrum Asielzoekers) en GGD GHOR Nederland een haalbaarheidsstudie uitgevoerd die als doel had incidenties van infectieziekten onder asielzoekers te bepalen en de haalbaarheid en toegevoegde waarde te onderzoeken van een syndroomsurveillance systeem voor infectieziekten onder asielzoekers.
Het vóórkomen van infectieziekten
Voor het bepalen van incidenties van infectieziekten onder asielzoekers zijn gegevens nodig over het aantal personen met infectieziekten (de teller) en het totaal aantal asielzoekers in de opvanglocaties (de noemer). Voor een surveillance systeem moeten deze gegevens periodiek (bij voorkeur wekelijks) beschikbaar gemaakt worden. Vanwege de kwetsbaarheid van deze doelgroep en de gevoeligheid van de gegevens is extra aandacht voor privacybescherming nodig. In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre het mogelijk is om op basis van elektronische patiëntendossiers die routinematig worden bijgehouden in de centra, een surveillance systeem op te zetten. Elektronische patiëntendossiers als basis Zorgverleners van GC A maken op alle opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gebruik van één huisartsinformatiesysteem: WebHIS Zorgdossier. De vastgelegde zorggegevens van asielzoekers die in 2015-2016 een bezoek hebben gebracht aan een GC A locatie zijn eenmalig via een ‘trusted third party’ gepseudonimiseerd naar het NIVEL verzonden. Gegevens over het totaal aantal asielzoekers per maand over de jaren 2015-2016, uitgesplitst naar geslacht, zijn apart verkregen via het COA.
Resultaten
Met de verkregen gegevens was het haalbaar om incidenties van infectieziekten per jaar te berekenen voor de totale groep asielzoekers en voor mannen en vrouwen apart. Bepalen van incidenties per leeftijdsgroep, nationaliteit en opvanglocatie was niet mogelijk met de gegevens waarover het NIVEL beschikte binnen het kader van dit onderzoek. Binnen het kader van deze studie bleek het niet haalbaar om de gegevens over het aantal infectieziekten en het aantal aanwezige asielzoekers per opvanglocatie frequent (wekelijks) beschikbaar te maken. Dit kwam allereerst doordat het niet mogelijk was bij de software-leverancier om de bestanden te beperken tot gegevens over de laatste week, waardoor de verwerkingstijd onacceptabel lang werd. Daarnaast was het niet mogelijk om de opvanglocatie betrouwbaar uit de ontvangen gegevens te destilleren.
Conclusie
Op dit moment is het mogelijk om incidenties van infectieziekten te berekenen over de totale populatie asielzoekers in asielzoekerscentra, op basis van gegevens uit elektronische patiëntendossiers die routinematig in de centra worden bijgehouden. De daarvoor benodigde data kunnen in privacy-technisch opzicht beschikbaar gemaakt worden. Voordat er echter sprake kan zijn van een surveillance systeem, moet het mogelijk zijn om gebruik te maken van wekelijks incrementele gegevensbestanden (gegevens die iedere week worden aangevuld met nieuwe data) en moet de opvanglocatie betrouwbaar uit de data te destilleren zijn. Om dit mogelijk te maken is intensievere medewerking van de softwareleverancier nodig dan binnen het kader van deze studie kon worden gerealiseerd. (aut. ref.)