Programmaleider Zorg en Participatie bij Chronische aandoeningen; bijzonder hoogleraar 'Farmaceutisch zorgonderzoek', Rijksuniversiteit Groningen
Publicatie
Publicatie datum
Informatiebehoeften van patiënten over geneesmiddelen.
Dijk, L. van, Hendriks, M., Zwikker, H., Jong, J. de, Vervloet, M. Informatiebehoeften van patiënten over geneesmiddelen. www.nivel.nl: NIVEL, 2016. 122 p.
Download de PDF
Het aanbod van geneesmiddeleninformatie in Nederland is gevarieerd. Deze variatie sluit goed aan bij de verschillende behoeften die patiënten hebben aan zowel de vorm als inhoud van informatie. Patiënten vinden niet altijd de gewenste informatie. Ook is deze soms te ingewikkeld. Laag opgeleiden hebben al op jongere leeftijd een achterstand in het zoeken, vinden en begrijpen van informatie. Ook voor oudere migranten is het niet eenvoudig begrijpelijke informatie te vinden. Dit blijkt uit dit onderzoek naar behoeften aan informatie over geneesmiddelen van Nederlandse patiënten. De studie werd gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de behoefte van patiënten in Nederland als het gaat om verstrekking van informatie over geneesmiddelen en het formuleren van aanbevelingen over hoe deze informatievoorziening verbeterd kan worden.
<strong>Start van een therapie belangrijk moment voor informatie<\strong>
Vier van de tien mensen die informatie over geneesmiddelen zoeken, doen dit om te bepalen of zij het geneesmiddel al dan niet gaan gebruiken. Dit is de vaakst genoemde reden om informatie te zoeken. Het pleit voor veel aandacht voor informatievoorziening aan en afstemming met de patiënt aan het begin van de therapie. Het bieden van ondersteuning van patiënten bij de voorbereiding van consulten, bijvoorbeeld middels keuzehulpen, is een voorbeeld hiervan. Een ander voorbeeld is het ingaan op mogelijke zorgen van patiënten wat betreft geneesmiddelengebruik in de spreekkamer.
<strong>Bijsluiter: veel gebruikte bron waar meer voordeel uitgehaald kan worden<\strong>
Vrijwel iedereen kent en gebruikt de bijsluiter. Daarmee heeft deze informatiebron een groot potentieel. Met name ook omdat de bijsluiter niet alleen voor voorgeschreven geneesmiddelen een belangrijke bron van informatie is, maar ook bij zelfzorg. Echter, gebruikers vinden dat er verbeteringen mogelijk zijn aan de bijsluiter. Samengevat komen deze verbeteringen op het volgende neer: korter, gemakkelijker en met een duidelijkere vormgeving. Een in dit onderzoek geteste bijsluiter - zoals vaak meegegeven vanuit de apotheek – die aan deze criteria voldeed, laat betere resultaten zien: mensen vinden en begrijpen de informatie beter. Een mogelijke aanvulling op de bijsluiter met name voor laaggeletterden en oudere migranten, is het gebruik van animatievideo’s.
<strong>Digitale informatiebronnen: wegwijzer nodig<\strong>
Het aanbod van digitale informatie over geneesmiddelen is enorm groot. Voor patiënten is het daardoor soms moeilijk betrouwbare informatie te vinden. Zorgverleners kunnen hierin patiënten de weg wijzen. Daarnaast kan het creëren van een goed digitaal portaal (bijvoorbeeld op kiesbeter.nl ) met links naar betrouwbare websites aanbevolen door overheid en beroepsorganisaties patiënten verder helpen.
<strong>Digitale informatiebronnen: testen op vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie<\strong>
Een deel van de geneesmiddelengebruikers kan niet alle relevante informatie achterhalen. Dit geldt sterker voor digitale dan voor schriftelijke informatie. Een belangrijke reden hiervoor is dat de informatie niet duidelijk geordend is of de lay-out niet duidelijk is. Om de vindbaarheid te verbeteren, is Input van patiënten in het ontwikkelen en testen van informatiebronnen cruciaal. Dat geldt ook voor het begrijpelijk maken van teksten. Inbreng van laaggeletterden hierbij kan bijvoorbeeld helpen teksten voor grote groepen patiënten toegankelijk te maken.
<strong>Aanbevelingen<\strong>
Het onderzoek resulteerde in een reeks aanbevelingen, waaronder*:
- Het terugbrengen van de versnippering van informatie door het creëren van één vindplaats (centraal loket) voor informatie over geneesmiddelen voor de patiënt. Daar moet de patiënt zo doorverwezen worden dat deze uitkomt bij de informatiebron die het best past. Zorgverleners moeten patiënten op deze vindplaats wijzen.
- De vindbaarheid en begrijpelijkheid van geschreven en mondelinge informatie moet verbeterd worden. De bijsluiter is bijvoorbeeld gebaat bij een betere vormgeving een eenvoudiger taalgebruik. Daarnaast moeten met name laaggeletterden alternatieven aangeboden krijgen met eenvoudiger taalgebruik of waarin informatie mondeling wordt overgebracht (zoals animaties).
- Voor kwetsbare patiënten zoals oudere migranten moet meer ingezet worden op mondelinge informatie op lokaal niveau.
∗ Alle aanbevelingen zijn terug te vinden in hoofdstuk 2.
<strong>Methoden<\strong>
Het onderzoek gebruikte een combinatie van desk research (beknopte literatuurstudie), kwantitatieve methoden (peiling in het Consumentenpanel Gezondheidszorg) en kwalitatieve methoden (focusgroepen en een user-test). Op grote lijnen laten de resultaten van de verschillende methoden – daar waar overlap zat in de vragen – een zelfde beeld zien. (aut. ref.)
Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de behoefte van patiënten in Nederland als het gaat om verstrekking van informatie over geneesmiddelen en het formuleren van aanbevelingen over hoe deze informatievoorziening verbeterd kan worden.
<strong>Start van een therapie belangrijk moment voor informatie<\strong>
Vier van de tien mensen die informatie over geneesmiddelen zoeken, doen dit om te bepalen of zij het geneesmiddel al dan niet gaan gebruiken. Dit is de vaakst genoemde reden om informatie te zoeken. Het pleit voor veel aandacht voor informatievoorziening aan en afstemming met de patiënt aan het begin van de therapie. Het bieden van ondersteuning van patiënten bij de voorbereiding van consulten, bijvoorbeeld middels keuzehulpen, is een voorbeeld hiervan. Een ander voorbeeld is het ingaan op mogelijke zorgen van patiënten wat betreft geneesmiddelengebruik in de spreekkamer.
<strong>Bijsluiter: veel gebruikte bron waar meer voordeel uitgehaald kan worden<\strong>
Vrijwel iedereen kent en gebruikt de bijsluiter. Daarmee heeft deze informatiebron een groot potentieel. Met name ook omdat de bijsluiter niet alleen voor voorgeschreven geneesmiddelen een belangrijke bron van informatie is, maar ook bij zelfzorg. Echter, gebruikers vinden dat er verbeteringen mogelijk zijn aan de bijsluiter. Samengevat komen deze verbeteringen op het volgende neer: korter, gemakkelijker en met een duidelijkere vormgeving. Een in dit onderzoek geteste bijsluiter - zoals vaak meegegeven vanuit de apotheek – die aan deze criteria voldeed, laat betere resultaten zien: mensen vinden en begrijpen de informatie beter. Een mogelijke aanvulling op de bijsluiter met name voor laaggeletterden en oudere migranten, is het gebruik van animatievideo’s.
<strong>Digitale informatiebronnen: wegwijzer nodig<\strong>
Het aanbod van digitale informatie over geneesmiddelen is enorm groot. Voor patiënten is het daardoor soms moeilijk betrouwbare informatie te vinden. Zorgverleners kunnen hierin patiënten de weg wijzen. Daarnaast kan het creëren van een goed digitaal portaal (bijvoorbeeld op kiesbeter.nl ) met links naar betrouwbare websites aanbevolen door overheid en beroepsorganisaties patiënten verder helpen.
<strong>Digitale informatiebronnen: testen op vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie<\strong>
Een deel van de geneesmiddelengebruikers kan niet alle relevante informatie achterhalen. Dit geldt sterker voor digitale dan voor schriftelijke informatie. Een belangrijke reden hiervoor is dat de informatie niet duidelijk geordend is of de lay-out niet duidelijk is. Om de vindbaarheid te verbeteren, is Input van patiënten in het ontwikkelen en testen van informatiebronnen cruciaal. Dat geldt ook voor het begrijpelijk maken van teksten. Inbreng van laaggeletterden hierbij kan bijvoorbeeld helpen teksten voor grote groepen patiënten toegankelijk te maken.
<strong>Aanbevelingen<\strong>
Het onderzoek resulteerde in een reeks aanbevelingen, waaronder*:
- Het terugbrengen van de versnippering van informatie door het creëren van één vindplaats (centraal loket) voor informatie over geneesmiddelen voor de patiënt. Daar moet de patiënt zo doorverwezen worden dat deze uitkomt bij de informatiebron die het best past. Zorgverleners moeten patiënten op deze vindplaats wijzen.
- De vindbaarheid en begrijpelijkheid van geschreven en mondelinge informatie moet verbeterd worden. De bijsluiter is bijvoorbeeld gebaat bij een betere vormgeving een eenvoudiger taalgebruik. Daarnaast moeten met name laaggeletterden alternatieven aangeboden krijgen met eenvoudiger taalgebruik of waarin informatie mondeling wordt overgebracht (zoals animaties).
- Voor kwetsbare patiënten zoals oudere migranten moet meer ingezet worden op mondelinge informatie op lokaal niveau.
∗ Alle aanbevelingen zijn terug te vinden in hoofdstuk 2.
<strong>Methoden<\strong>
Het onderzoek gebruikte een combinatie van desk research (beknopte literatuurstudie), kwantitatieve methoden (peiling in het Consumentenpanel Gezondheidszorg) en kwalitatieve methoden (focusgroepen en een user-test). Op grote lijnen laten de resultaten van de verschillende methoden – daar waar overlap zat in de vragen – een zelfde beeld zien. (aut. ref.)
Gegevensverzameling