Complementaire zorg vaak geen gespreksonderwerp tijdens oncologische consulten
Meer dan de helft van de kankerpatiënten maakt naast hun reguliere behandeling gebruik van complementaire zorg, zoals acupunctuur of voedingssupplementen. Uit onderzoek van onderzoekinstituut Nivel blijkt echter dat communicatie over dit onderwerp vaak uitblijft tijdens oncologische consulten in Nederland. Als het onderwerp wordt besproken, is dit vaak op initiatief van de patiënt. Tijdsdruk, kennisgebrek en scepsis onder zorgverleners vormen belemmerende factoren voor communicatie over deze vorm van aanvullende zorg. Zowel patiënten als zorgverleners geven aan behoefte te hebben aan betrouwbare en toegankelijke informatie over complementaire zorg. Het openlijk en routinematig bespreken van complementaire zorg door de zorgverlener, waarbij patiënten worden gefaciliteerd om goed geïnformeerde beslissingen te nemen, bevordert veilige en op maat gemaakte zorg in de oncologie.
Complementaire zorg is aanvullende zorg, die patiënten met kanker kunnen gebruiken naast hun reguliere behandelingen. Het doel van deze zorg is vooral om de kwaliteit van leven te verbeteren. Het vervangt dus niet de reguliere zorg, maar ondersteunt en vult deze aan. Gebrek aan communicatie over complementaire zorg kan risico’s opleveren, vooral als het de reguliere behandeling beïnvloed. Ook kan het er toe leiden dat sommige patiënten helemaal geen informatie krijgen over complementaire zorg. Het Nivel deed daarom onderzoek naar de communicatie door patiënt en zorgverlener over complementaire zorg, welke belemmeringen er zijn om hierover met elkaar in gesprek te gaan en hoe deze belemmeringen weggenomen zouden kunnen worden.
Vooral patiënten nemen het initiatief bij het bepreken van complementaire zorg
Als er direct gekeken wordt naar de gesprekken tijdens oncologische consulten dan blijkt dat in 44% van de gevallen complementaire zorg werd genoemd. Hierbij waren het vooral de patiënten die dit ter sprake brachten. In 62% van de gevallen werd het onderwerp complementaire zorg namelijk door de patiënt zelf aangekaart. Vaak waren dit vragen over leefstijlinterventies zoals voeding of beweging. Zorgverleners reageerden vooral op directe vragen, maar gingen niet in op bredere aspecten zoals veiligheid of effectiviteit. Wanneer patiënten geen specifieke vragen stelden, werd het onderwerp zelden verder besproken.
Het is zorgelijk dat het onderwerp complementaire zorg zo weinig proactief wordt besproken door oncologisch zorgverleners in Nederland, gezien de mogelijke interacties met reguliere behandelingenMarit MentinkOnderzoeker
Tijdsdruk en gebrek aan kennis belangrijkste belemmeringen voor zorgverleners
Oncologische zorgverleners geven aan tijdsdruk en gebrek aan kennis als belangrijkste belemmeringen te zien om complementaire zorg aan te kaarten tijdens een consult. Bovendien heerst er scepsis onder veel zorgverleners en ziekenhuisbesturen over complementaire zorg. Deze belemmeringen kunnen patiënten ontmoedigen om het onderwerp zelf op tafel te leggen.
Weinig kennis beschikbaar over effectiviteit en veiligheid van complementaire zorg
Er wordt wel steeds meer onderzoek gedaan naar de effectiviteit van diverse vormen van complementaire zorg. Sommige complementaire therapieën, zoals yoga en muziekinterventies, kunnen positieve effecten hebben op bijvoorbeeld angst en vermoeidheid. De gerapporteerde bijwerkingen van complementaire therapieën waren vaak mild. In een significant deel van de onderzoeken naar effectiviteit wordt echter niet over veiligheid gerapporteerd.
Open communicatie over complementaire zorg tijdens oncologisch consult cruciaal
Zowel patiënten als zorgverleners geven aan dat zij behoefte hebben aan betrouwbare en toegankelijke informatie over complementaire zorg. Door het onderwerp standaard tijdens consulten te bespreken, kunnen zorgverleners bijdragen aan veilige en op maat gemaakte zorg. Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn er twee gesprekstools ontwikkeld om patiënten te ondersteunen in communicatie over complementaire zorg: een informatiefilm en een gesprekshulp. Deze zijn voor iedereen vrij beschikbaar.
We moeten ervoor zorgen dat patiënten zich vrij voelen om complementaire zorg te bespreken zonder angst voor afwijzingMarit MentinkOnderzoeker
Over het onderzoek
Dit participatieve onderzoeksproject getiteld ‘COMMON’ was het onderwerp van het promotieonderzoek van Marit Mentink, die hier op 4 november 2024 op promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Aan het project werkten ook negen co-onderzoekers mee samen met de onderzoekers. Het bestond uit verschillend deelprojecten. Er werden 80 audio-opnames van oncologische consulten in zes Nederlandse ziekenhuizen geanalyseerd. Daarnaast werden 17 patiënten met kanker en 13 oncologisch zorgverleners geïnterviewd over hun ervaringen en behoeften rondom het bespreken van complementaire zorg. De onderzoekers hebben 100 systematische reviews over effectiviteit en veiligheid van complementaire zorg samengevat en beoordeeld op kwaliteit. Ongeveer 1500 complementair behandelaars uit Nederland vulden een online vragenlijst in over hun ervaringen met interprofessionele communicatie met reguliere behandelaars van patiënten met kanker. Als laatste werden de ontwikkelde communicatietools beoordeeld in een online vragenlijst door 144 patiënten met kanker. Het project werd gefinancierd door KWF Kankerbestrijding.
Op het gebied van kankeronderzoek publiceren wij binnenkort ook een rapport over wat EU-burgers belangrijk vinden over de preventie en vroege opsporing van kanker.
Altijd op de hoogte blijven van Nivel-nieuws? Abonneer u op onze attendering!