In West-Europa is de kennis over het Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) vrij laag en de bereidheid om immunisatieproducten te accepteren is groot

Recent zijn er verschillende RSV-immunisatieproducten goedgekeurd door het Europese Geneesmiddelenbureau (EMA), waaronder vaccins voor volwassenen vanaf 60 jaar en zwangere personen en een monoclonale antilichaam (mAb) voor baby’s. Hiermee kan de immunisatie tegen RSV van start gaan. Om volwassenen vanaf 60 jaar en (aanstaande) ouders effectief te informeren over RSV-immunisatie, is het belangrijk om hun opvattingen en informatiebehoeften over RSV en RSV-immunisatie te kennen. In samenwerking met Stichting ReSViNET inventariseerde het Nivel de kennis en opvattingen van volwassenen vanaf 60 jaar en (aanstaande) ouders in acht West- Europese landen over RSV en RSV-immunisatie.

RSV vormt een gezondheidsrisico voor kwetsbare groepen, zoals baby’s en ouderen. Toch is de bekendheid met RSV onder de volwassenen vanaf 60 jaar en (aanstaande) ouders in West-Europa relatief laag. Drie op de vier van de volwassenen vanaf 60 jaar (73%) geeft aan weinig tot geen kennis te hebben over RSV. Onder (aanstaande) ouders is dit percentage lager, maar nog steeds aanzienlijk: 38% geeft aan bijna geen of helemaal geen kennis te hebben over het virus. Bovendien verschilt de kennis over RSV tussen de acht West-Europese landen, met vooral lage bekendheid in Frankrijk. Ondanks de beperkte kennis geven veel van de volwassenen vanaf 60 jaar en (aanstaande) ouders aan open te staan voor immunisatie als deze wordt aangeboden. Het RSV-vaccin wordt vanaf de herfst 2025 in Nederland toegevoegd aan het rijksvaccinatieprogramma en in andere Europese landen is het deze herfst al toegevoegd.

Overgrote meerderheid vindt beschikbaarheid van immunisatie belangrijk

Een overgrote meerderheid van de volwassenen vanaf 60 jaar (89%) en (aanstaande) ouders (85%) vindt het ‘ten minste een beetje belangrijk’ dat immunisatieproducten beschikbaar worden. Een kleinere meerderheid is ook bereid om de immunisatie te ontvangen. Na het ontvangen van informatie over RSV en RSV-immunisatie geeft 62% van de volwassenen vanaf 60 jaar aan de immunisatie daadwerkelijk te willen gebruiken als deze aangeboden wordt. Onder (aanstaande) ouders geeft 75% aan de mAb-immunisatie (immunisatie voor baby’s) te accepteren, terwijl 63% aangeeft een immunisatie tijdens de zwangerschap te willen ontvangen wanneer deze wordt aangeboden.

Bewustzijn over risico’s van RSV verhogen

Het vergroten van kennis over RSV en de risico’s ervan voor baby’s, volwassenen vanaf 60 jaar en andere kwetsbare groepen, is belangrijk, evenals het aanbieden van betrouwbare informatie over RSV. Daarnaast is er behoefte om de mogelijkheden voor immunisatie met een zorgverlener te bespreken. Beide maatregelen kunnen bijdragen aan een grotere bereidheid om immunisatie tegen RSV te accepteren.

Over het onderzoek

Het onderzoek, mede mogelijk gemaakt door Stichting ReSViNET, bestond uit twee onderdelen en werd uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen verschillende betrokken partijen. Eerst werden twee bestaande vragenlijsten van ReSViNET door het Nivel herzien, met als doel de inhoudsvaliditeit en begrijpelijkheid te verbeteren. Hiervoor werden twee rondes van cognitieve interviews gehouden onder (aanstaande) ouders en volwassenen vanaf 60 jaar . Vervolgens werden de vernieuwde vragenlijsten in acht Europese landen uitgezet: België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De resultaten van de vragenlijsten voor (aanstaande) ouders en die voor volwassenen vanaf 60 jaar werden afzonderlijk geanalyseerd. Ook relevant: begin volgend jaar publiceert het Nivel onderzoeksresultaten over de ziektelast van het RS-virus in jonge kinderen <5 jaar in de huisartsenpraktijk in vijf Europese landen.