Junior onderzoeker Zorgdata en het Lerend Zorgsysteem
Publicatie
Publicatie datum
Chronische aandoeningen in cijfers: de meerwaarde van gegevenskoppeling tussen elektronische patiëntendossiers en declaratiegegevens onderzocht.
Bes, J., Wong, A., Arslan, I., Dijk, C. van, Verheij, R., Vanhommerig, J. Chronische aandoeningen in cijfers: de meerwaarde van gegevenskoppeling tussen elektronische patiëntendossiers en declaratiegegevens onderzocht. Utrecht: Nivel, 2025. 45 p.
Download de PDF
Dit rapport richt zich op het onderzoeken van de meerwaarde van gegevenskoppeling tussen elektronische patiëntdossiers uit huisartsenpraktijken en declaratiegegevens van zorgverzekeraars en zorgkantoren voor het schatten van het vóórkomen van chronische aandoeningen in Nederland. Hierbij is ons doel om tot zo goed mogelijke cijfers over incidentie en prevalentie (ook wel: morbiditeitschattingen) te komen.
Conclusie
Dit beschrijvende onderzoek naar een gegevenskoppeling tussen EPD-gegevens van huisartsen en declaratiegegevens laat zien dat tussen de 35 bestudeerde chronische aandoeningen grote verschillen waren in de mate waarin deze bronnen elkaar aanvullen. Verschillende factoren kunnen hier mogelijk van invloed zijn, zoals veranderingen in zorgbeleid en -systeem, de gegevensbron en de bijbehorende methode, en (congruentie van) de definitie van de aandoeningen in deze bronnen. Het koppelen van gegevens gaat altijd gepaard met extra tijd en kosten. Afhankelijk van de aandoening en het (onderzoeks)doel is het voor onderzoekers en beleidsmakers belangrijk om zorgvuldig af te wegen welke gegevensbron nodig is en of de meerwaarde van een gegevenskoppeling opweegt tegen de extra inspanningen en kosten die nodig zijn voor het koppelen van gegevens.
Aanbeveling voor de toekomst
Ons onderzoek geeft de volgende aanknopingspunten:
– Wees als onderzoekers en beleidsmakers bewust van de overeenkomsten en verschillen tussen gegevensbronnen. Het gebruik van één bron kan tot een onderschatting leiden. Of het koppelen van deze gegevensbronnen ook tot nauwkeurigere schattingen leidt en in welke mate factoren hier invloed op uitoefenen, zou per aandoening verdiepend uitgezocht moeten worden. Op dit moment is het koppelen van gegevens een tijdrovend en kostbaar proces, waarvoor de benodigde middelen vaak ontbreken. Het bevorderen van betere mogelijkheden om gebruik te maken van gekoppelde gegevens zou daaraan kunnen bijdragen.
– Weeg als beleidsmaker of onderzoeker af of het nodig is om gegevensbronnen te koppelen, afhankelijk van je doel en onderzoeksvraag. Het tijdig kunnen sturen van beleid of het gebruik van recente gegevens voor het beantwoorden van een onderzoeksvraag kan prioriteit hebben. Voor sommige chronische aandoeningen kan het koppelen nuttig zijn. In de opzet van het onderzoek naar een chronische aandoening kan gebruik worden gemaakt van de definities en geïdentificeerde soorten declaratiebestanden uit dit onderzoek. Het is belangrijk om hier met een medisch expert naar te kijken, in het licht van de te beantwoorden onderzoeksvraag.
Conclusie
Dit beschrijvende onderzoek naar een gegevenskoppeling tussen EPD-gegevens van huisartsen en declaratiegegevens laat zien dat tussen de 35 bestudeerde chronische aandoeningen grote verschillen waren in de mate waarin deze bronnen elkaar aanvullen. Verschillende factoren kunnen hier mogelijk van invloed zijn, zoals veranderingen in zorgbeleid en -systeem, de gegevensbron en de bijbehorende methode, en (congruentie van) de definitie van de aandoeningen in deze bronnen. Het koppelen van gegevens gaat altijd gepaard met extra tijd en kosten. Afhankelijk van de aandoening en het (onderzoeks)doel is het voor onderzoekers en beleidsmakers belangrijk om zorgvuldig af te wegen welke gegevensbron nodig is en of de meerwaarde van een gegevenskoppeling opweegt tegen de extra inspanningen en kosten die nodig zijn voor het koppelen van gegevens.
Aanbeveling voor de toekomst
Ons onderzoek geeft de volgende aanknopingspunten:
– Wees als onderzoekers en beleidsmakers bewust van de overeenkomsten en verschillen tussen gegevensbronnen. Het gebruik van één bron kan tot een onderschatting leiden. Of het koppelen van deze gegevensbronnen ook tot nauwkeurigere schattingen leidt en in welke mate factoren hier invloed op uitoefenen, zou per aandoening verdiepend uitgezocht moeten worden. Op dit moment is het koppelen van gegevens een tijdrovend en kostbaar proces, waarvoor de benodigde middelen vaak ontbreken. Het bevorderen van betere mogelijkheden om gebruik te maken van gekoppelde gegevens zou daaraan kunnen bijdragen.
– Weeg als beleidsmaker of onderzoeker af of het nodig is om gegevensbronnen te koppelen, afhankelijk van je doel en onderzoeksvraag. Het tijdig kunnen sturen van beleid of het gebruik van recente gegevens voor het beantwoorden van een onderzoeksvraag kan prioriteit hebben. Voor sommige chronische aandoeningen kan het koppelen nuttig zijn. In de opzet van het onderzoek naar een chronische aandoening kan gebruik worden gemaakt van de definities en geïdentificeerde soorten declaratiebestanden uit dit onderzoek. Het is belangrijk om hier met een medisch expert naar te kijken, in het licht van de te beantwoorden onderzoeksvraag.
Gegevensverzameling