Onderzoeker Arbeids- en Organisatievraagstukken in de Gezondheidszorg
Publicatie
Publicatie datum
Het arbeidsaanbod van de beroepen geestelijke gezondheid in 2018: actualisering van de aanbodparameters voor de beroepen GZ-psycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en verpleegkundig specialist GGZ.
Vis, E., Velden, L. van der, Batenburg, R. Het arbeidsaanbod van de beroepen geestelijke gezondheid in 2018: actualisering van de aanbodparameters voor de beroepen GZ-psycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en verpleegkundig specialist GGZ. Utrecht: Nivel, 2018. 49 p.
Download de PDF
Doel
Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het instroomadvies voor vijf beroepen Geestelijke Gezondheid dat het Capaciteitsorgaan driejaarlijks aan het Ministerie van VWS uitbrengt. Voor dit advies was het nodig een recent inzicht te verkrijgen in het arbeidsaanbod van de gespecialiseerde beroepen Geestelijke Gezondheid (GG). Deze ‘beroepen GG’ betreffen personen met een BIG-registratie tot GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog en verpleegkundig specialist Geestelijke Gezondheid (GGZ). Daarnaast zijn voor dit onderzoek ook de personen meegenomen die als psychiater in het BIG-register zijn opgenomen.
Net als het vorige onderzoek in 2015 zijn op basis van deze registraties en de mogelijke overlap hiertussen uitsluitende beroepsgroepen gedefinieerd:
1. GZ-psychologen die géén verdere specialisatie hebben en géén psychotherapeut zijn,
2. Psychotherapeuten die géén verdere specialisatie hebben (maar wél ook GZ-psycholoog kunnen zijn),
3. Klinisch psychologen die géén klinisch neuropsycholoog zijn (maar wél ook psychotherapeut kunnen zijn),
4. Klinisch neuropsychologen die ook psychotherapeut of klinisch psycholoog kunnen zijn,
5. Verpleegkundig specialisten GGZ.
In dit rapport zijn tevens soms resultaten weergegeven voor de psychiaters, die al dan niet ook psychotherapeut zijn. Zij vallen eigenlijk onder de capaciteitsraming voor de medisch specialisten, maar werken wel (nauw) samen met de beroepen GG.
Opzet
Begin 2018 is een online vragenlijst uitgestuurd naar een gestratificeerde steekproef van 3.541 personen uit het BIG-register. De respons hierop was 36%. Daarmee is voldoende respons behaald om voor de genoemde beroepsgroepen representatieve uitspraken te doen voor de totale populatie van GG-beroepsbeoefenaren per 1/1/2018. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het Centraal Bureau voor de Statistiek om tot een berekening te komen van de (verwachte) uitstroom per beroepsgroep en het extern rendement.
Uitkomsten voor de capaciteitsraming
Het overgrote deel van de te onderscheiden GG beroepsgroepen was per 1/1/2018 ook werkzaam volgens de vragenlijst. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de vragenlijst is verstuurd aan een steekproef uit het BIG-bestand dat rond de jaarwisseling nagenoeg volledig was opgeschoond vanwege herregistraties. De onderstaande figuur laat zien wat de getalsverhoudingen zijn tussen de beroepsgroepen (hoe groter de cirkel hoe groter de beroepsgroep) en hoe groot de overlap is tussen de beroepsgroepen op basis van de registraties. De grootste groep vormen de GZ-psychologen, gevolgd door psychotherapeuten en psychiaters. Overlap bestaat bij de psychotherapeuten, waarvan meer dan 60% ook een registratie heeft als GZ-psycholoog. Alle klinisch psychologen hebben ook een registratie als GZ-psycholoog én een meerderheid van hen (82%) heeft daarnaast ook een registratie als psychotherapeut. Alle klinisch neuropsychologen hebben ook een registratie als GZ-psycholoog de overlap met andere registraties/beroepen is gering. Dat geldt ook voor de psychiaters die voor 23% ook een registratie hebben als psychotherapeut.
De beroepen GG zijn in een aantal opzichten hetzelfde samengesteld. De meerderheid (rond de 70%) is vrouw en werkt bijna fulltime (tussen de 0,8 en 0,9 fte, uitgaande van een 36-urige werkweek). Ook in het extern rendement lijken de beroepsgroepen op elkaar. Een overgrote meerderheid gaat het GG-beroep uitoefenen waarvoor hij/zij is opgeleid (en geregistreerd is).
Verschillen tussen de beroepsgroepen bestaan er in leeftijd en uitstroom. De klinisch psychologen en psychotherapeuten kennen de hoogste gemiddeld leeftijd: 36% respectievelijk 30% is ouder dan 60 jaar. De groep van verpleegkundig specialisten GGZ is de jongste beroepsgroep (omdat dit beroep nog het kortst bestaat). In de toekomst krijgen alle beroepsgroepen te maken met uitstroom als gevolg de leeftijdsopbouw en pensionering. Van de mannen zal een groter aandeel uitstromen dan van de vrouwen. De verwachting is dat psychotherapeuten en klinisch psychologen de meeste uitstroom zullen hebben in 20 jaar. De uitstroom voor GZ-psychologen is eerst ongeveer gelijk aan dat van de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ, maar na 20 jaar is het wat lager.
Uitkomsten wat betreft achtergrondinformatie van beroepen GG
Uit de vragenlijst blijkt dat 50% van de GG-capaciteit (in fte) werkzaam is in GGZ-instellingen, waarvan de meesten in instellingen voor gespecialiseerde GGZ. Ongeveer een kwart voor de GG-capaciteit is werkzaam in vrijgevestigde praktijken, het andere kwart van de capaciteit is verdeeld over andere instellingen zoals ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en jeugdhulp. De GG beroepsbeoefenaren wisselen daarbij relatief vaak van (sub)branches en ook is er sprake van relatief veel regionale mobiliteit.
De arbeidsmarktpositie van de GG-beroepsbeoefenaars is gunstig. Loopbaanonderbreking komt relatief weinig voor onder de GG beroepsbeoefenaren en ook gaven bijna geen van de respondenten aan werkloos te zijn geweest na het afstuderen. Een groot deel kreeg een baan aangeboden van de werkgever. Ook geeft de meerderheid aan dat direct passend werk werd gevonden na het afronden van de opleiding. Men vervult doorgaans een type dienstverband dat overeenkomt met de gewenste. Men is optimistisch over de eigen positie op de arbeidsmarkt, maar daar staat wel tegenover dat men denkt dat er momenteel een (groot) tekort is, zowel in de eigen organisatie als op landelijk niveau. (aut. ref.)
Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het instroomadvies voor vijf beroepen Geestelijke Gezondheid dat het Capaciteitsorgaan driejaarlijks aan het Ministerie van VWS uitbrengt. Voor dit advies was het nodig een recent inzicht te verkrijgen in het arbeidsaanbod van de gespecialiseerde beroepen Geestelijke Gezondheid (GG). Deze ‘beroepen GG’ betreffen personen met een BIG-registratie tot GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog en verpleegkundig specialist Geestelijke Gezondheid (GGZ). Daarnaast zijn voor dit onderzoek ook de personen meegenomen die als psychiater in het BIG-register zijn opgenomen.
Net als het vorige onderzoek in 2015 zijn op basis van deze registraties en de mogelijke overlap hiertussen uitsluitende beroepsgroepen gedefinieerd:
1. GZ-psychologen die géén verdere specialisatie hebben en géén psychotherapeut zijn,
2. Psychotherapeuten die géén verdere specialisatie hebben (maar wél ook GZ-psycholoog kunnen zijn),
3. Klinisch psychologen die géén klinisch neuropsycholoog zijn (maar wél ook psychotherapeut kunnen zijn),
4. Klinisch neuropsychologen die ook psychotherapeut of klinisch psycholoog kunnen zijn,
5. Verpleegkundig specialisten GGZ.
In dit rapport zijn tevens soms resultaten weergegeven voor de psychiaters, die al dan niet ook psychotherapeut zijn. Zij vallen eigenlijk onder de capaciteitsraming voor de medisch specialisten, maar werken wel (nauw) samen met de beroepen GG.
Opzet
Begin 2018 is een online vragenlijst uitgestuurd naar een gestratificeerde steekproef van 3.541 personen uit het BIG-register. De respons hierop was 36%. Daarmee is voldoende respons behaald om voor de genoemde beroepsgroepen representatieve uitspraken te doen voor de totale populatie van GG-beroepsbeoefenaren per 1/1/2018. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het Centraal Bureau voor de Statistiek om tot een berekening te komen van de (verwachte) uitstroom per beroepsgroep en het extern rendement.
Uitkomsten voor de capaciteitsraming
Het overgrote deel van de te onderscheiden GG beroepsgroepen was per 1/1/2018 ook werkzaam volgens de vragenlijst. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de vragenlijst is verstuurd aan een steekproef uit het BIG-bestand dat rond de jaarwisseling nagenoeg volledig was opgeschoond vanwege herregistraties. De onderstaande figuur laat zien wat de getalsverhoudingen zijn tussen de beroepsgroepen (hoe groter de cirkel hoe groter de beroepsgroep) en hoe groot de overlap is tussen de beroepsgroepen op basis van de registraties. De grootste groep vormen de GZ-psychologen, gevolgd door psychotherapeuten en psychiaters. Overlap bestaat bij de psychotherapeuten, waarvan meer dan 60% ook een registratie heeft als GZ-psycholoog. Alle klinisch psychologen hebben ook een registratie als GZ-psycholoog én een meerderheid van hen (82%) heeft daarnaast ook een registratie als psychotherapeut. Alle klinisch neuropsychologen hebben ook een registratie als GZ-psycholoog de overlap met andere registraties/beroepen is gering. Dat geldt ook voor de psychiaters die voor 23% ook een registratie hebben als psychotherapeut.
De beroepen GG zijn in een aantal opzichten hetzelfde samengesteld. De meerderheid (rond de 70%) is vrouw en werkt bijna fulltime (tussen de 0,8 en 0,9 fte, uitgaande van een 36-urige werkweek). Ook in het extern rendement lijken de beroepsgroepen op elkaar. Een overgrote meerderheid gaat het GG-beroep uitoefenen waarvoor hij/zij is opgeleid (en geregistreerd is).
Verschillen tussen de beroepsgroepen bestaan er in leeftijd en uitstroom. De klinisch psychologen en psychotherapeuten kennen de hoogste gemiddeld leeftijd: 36% respectievelijk 30% is ouder dan 60 jaar. De groep van verpleegkundig specialisten GGZ is de jongste beroepsgroep (omdat dit beroep nog het kortst bestaat). In de toekomst krijgen alle beroepsgroepen te maken met uitstroom als gevolg de leeftijdsopbouw en pensionering. Van de mannen zal een groter aandeel uitstromen dan van de vrouwen. De verwachting is dat psychotherapeuten en klinisch psychologen de meeste uitstroom zullen hebben in 20 jaar. De uitstroom voor GZ-psychologen is eerst ongeveer gelijk aan dat van de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ, maar na 20 jaar is het wat lager.
Uitkomsten wat betreft achtergrondinformatie van beroepen GG
Uit de vragenlijst blijkt dat 50% van de GG-capaciteit (in fte) werkzaam is in GGZ-instellingen, waarvan de meesten in instellingen voor gespecialiseerde GGZ. Ongeveer een kwart voor de GG-capaciteit is werkzaam in vrijgevestigde praktijken, het andere kwart van de capaciteit is verdeeld over andere instellingen zoals ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en jeugdhulp. De GG beroepsbeoefenaren wisselen daarbij relatief vaak van (sub)branches en ook is er sprake van relatief veel regionale mobiliteit.
De arbeidsmarktpositie van de GG-beroepsbeoefenaars is gunstig. Loopbaanonderbreking komt relatief weinig voor onder de GG beroepsbeoefenaren en ook gaven bijna geen van de respondenten aan werkloos te zijn geweest na het afstuderen. Een groot deel kreeg een baan aangeboden van de werkgever. Ook geeft de meerderheid aan dat direct passend werk werd gevonden na het afronden van de opleiding. Men vervult doorgaans een type dienstverband dat overeenkomt met de gewenste. Men is optimistisch over de eigen positie op de arbeidsmarkt, maar daar staat wel tegenover dat men denkt dat er momenteel een (groot) tekort is, zowel in de eigen organisatie als op landelijk niveau. (aut. ref.)
Gegevensverzameling