Nieuws
Aantal professionals geestelijke gezondheidszorgberoepen gestegen, maar vraag is nog altijd groot en blijft groeien
GZ-psychologen, klinisch (neuro)psychologen, psychotherapeuten, verpleegkundig specialisten GGZ en verslavingsartsen vinden snel na het afronden van de opleiding een baan. Vaak worden ze al tijdens de opleiding benaderd door werkgevers. De keerzijde is een grote krapte op de arbeidsmarkt, vooral voor de GZ-psycholoog. De GG-professionals geven zelf aan dat er landelijk veel te weinig collega’s zijn. Door een verhoogde uitstroom zal het capaciteitsprobleem in de toekomst verder toenemen. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel in opdracht van het Capaciteitsorgaan.
We brachten het arbeidsaanbod in kaart voor zes gespecialiseerde beroepen binnen de geestelijke gezondheidszorg: de GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, verpleegkundig specialist GGZ, en de verslavingsarts KNMG.
Een goede positie op de arbeidsmarkt maar ook grote tekorten
Voor alle GG-beroepsgroepen geldt dat meer dan 90% van de professionals direct na diplomering passend werk vinden. De meeste ondervraagden (95%) denken ook dat zij makkelijk een andere baan kunnen vinden. Daar staat tegenover dat ruim 90% van de ondervraagden aangeeft dat er te weinig professionals werkzaam zijn binnen hun beroep.
Toename van voortijdige uitstroom uit de GG
De huidige groep GG-professionals zal sneller uitstromen dan drie jaar geleden. Dat komt door vergrijzing van de beroepsgroepen (met name onder de klinisch neuropsychologen). Maar ook de toekomstige professionals zullen minder lang in het beroep werkzaam zijn, als de huidige trend zich voorzet. In vergelijking met eerder onderzoek is te zien dat GG-professionals, met name vijftien jaar na diplomering, vaker uitstromen uit het beroep. De capaciteitsproblemen van de verschillende beroepen zullen daardoor in de toekomst verder toenemen. Dit geeft aanleiding tot verder onderzoek naar de redenen van uitstroom uit de beroepen om de uitstroom in de toekomst, waar mogelijk, te kunnen beperken.
Over het onderzoek
Voor dit onderzoek is een enquête uitgezet onder GZ-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen, klinisch neuropsychologen, verpleegkundig specialisten GGZ en verslavingsartsen KNMG. Daarnaast gebruikten we aanvullende gegevens van het CBS en het CIBG.