Publicatie

Publicatie datum

Vertrouwen in medicijnen: een vragenlijstonderzoek onder burgers.

Vervloet, M., Paske, R. te, Bekker, C., Brabers, A., Jong, J. de, Dijk, L. van. Vertrouwen in medicijnen: een vragenlijstonderzoek onder burgers. Utrecht: Nivel, 2019.
Download de PDF
De media staan bol van nieuws over medicijnen. Er zijn berichten over tekorten, vervuiling van medicijnen en hoge prijzen. Dit kan gevolgen hebben voor het vertrouwen dat burgers hebben in geneesmiddelen. Gebrek aan vertrouwen in medicijnen en in het gezondheidszorgsysteem waarbinnen deze worden voorgeschreven en gebruikt, kan het gebruik negatief beïnvloeden. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) wil dat iedereen die een medicijn gebruikt, daarop kan vertrouwen. Het CBG wil daarom graag weten hoe het gesteld is met het vertrouwen van burgers in medicijnen. Dit is nog niet eerder in kaart gebracht, waarmee dit rapport het eerste onderzoek beschrijft waarin het vertrouwen van burgers in medicijnen centraal stond. We peilden binnen het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel hoe groot het vertrouwen van burgers in medicijnen en de medicijnvoorziening in Nederland is, welke factoren volgens hen invloed hebben op hun vertrouwen, en of er verschillen hierin zijn tussen groepen burgers.

Ruime voldoende voor vertrouwen in medicijnen
Burgers geven hun vertrouwen in medicijnen met het rapportcijfer 7,1 een ruime voldoende. Dat is iets lager dan hun vertrouwen in de gezondheidszorg in het algemeen (7,5). Het vertrouwen is met een 7,9 het hoogst in de medicijnen die mensen zelf gebruiken. Dat kan komen door de bekendheid en ervaring met de (goede) werking en de bijwerkingen van de eigen medicatie, twee aspecten die volgens de meeste burgers grote invloed hebben op hun vertrouwen. Het laagst is het vertrouwen in medicijnen die via internet gekocht kunnen worden, dit is met een 4,6 een onvoldoende. Het lijkt er op dat de vele negatieve berichten in de media het vertrouwen van burgers in medicijnen niet sterk heeft aangetast. We zien wel dat burgers die in het afgelopen jaar gewisseld zijn van medicijn, of hebben ervaren dat hun vertrouwde medicijn niet direct beschikbaar was, een iets lager cijfer geven aan vertrouwen in de eigen medicatie (betreft de wisselaars) of in generieke medicijnen (betreft beide groepen). Merkmedicijnen genieten iets meer vertrouwen van mensen met een chronische aandoening dan mensen zonder aandoening. Echter, de verschillen in rapportcijfers zijn klein.

Wat heeft invloed op het vertrouwen in medicijnen?
De werking van medicijnen is door de meeste mensen genoemd als factor die van grote invloed is op hun vertrouwen, gevolgd door goede informatievoorziening door de arts of apotheker, bijwerkingen van medicijnen en een anderstalige verpakking van een medicijn. Bijna de helft van de burgers geeft aan dat het soms wisselen van medicijn redelijk tot veel invloed heeft op hun vertrouwen in medicijnen. Ook de media hebben invloed: een derde van de burgers geeft aan dat berichten in de media redelijk tot veel invloed hebben op hun vertrouwen in medicijnen. Er zijn vooral verschillen te zien naar opleidingsniveau. Hoger opgeleide mensen geven vaker aan dat de werking en bijwerkingen van het medicijn, hoe goed zij geïnformeerd worden door de zorgverlener en berichten in de media een sterkere invloed hebben op hun vertrouwen in medicijnen.

Meerderheid burgers heeft vertrouwen in de medicijnvoorziening
Ruim driekwart van de burgers heeft vertrouwen in de medicijnvoorziening en dan met name in het onderzoek naar werkzaamheid en veiligheid van medicijnen, de kwaliteit van medicijnen en de eisen voor toelating tot de markt. Echter, een kwart van de burgers geeft aan weinig vertrouwen te hebben in de controle op en beschikbaarheid van medicijnen. Daarnaast geeft een derde van de burgers aan weinig vertrouwen te hebben in dat het best passende medicijn wordt voorgeschreven. Leeftijd en ervaring met het niet beschikbaar zijn van het vertrouwde medicijn zijn van invloed op het vertrouwen in een aantal aspecten van de medicijnvoorziening: 65-plussers hebben meer vertrouwen in de beschikbaarheid van medicijnen en de controle op medicijnen dan mensen jonger dan 50. Daarnaast hebben mensen die wel eens te maken hebben gehad met het niet beschikbaar zijn van hun middel minder vertrouwen in de beschikbaarheid van medicijnen dan mensen die niet deze ervaring hebben gehad.

Vertrouwen in zorgverleners als bron van informatie is hoog, in internet laag
Het vertrouwen in informatie over medicijnen gegeven door zorgverleners is hoog, met name in informatie van de medisch specialist, de huisarts en de apotheek. Ook de bijsluiter wordt door zeven op de tien mensen genoemd als betrouwbare informatiebron. Het vertrouwen in internet en met name sociale media als informatiebron voor medicijnen is laag. Echter, eerder Nivel-onderzoek laat zien dat er ook potentie zit in het internet als bron voor informatie, door het leiden van burgers naar begrijpelijke en betrouwbare websites die aansluiten bij de informatiebehoeften van burgers (Van Dijk e.a. 2016; Vervloet e.a. 2019). Opvallend is dat de drogist, die de wettelijke taak heeft burgers te informeren over zelfzorgmedicatie om de risico’s door verkeerd gebruik en misbruik van deze medicatie te beperken, van slechts een derde van de burgers veel vertrouwen krijgt. Er zijn vooral verschillen naar leeftijd te zien. Zo hebben ouderen (65+) meer vertrouwen in informatie van de huisarts dan mensen tot 50 jaar, maar hebben deze jongere mensen weer meer vertrouwen in de informatie van de drogist, in wat hun familie/vrienden zeggen, en in wat zij vinden op internet, al is het vertrouwen in deze laatste drie bronnen over het algemeen beduidend lager.

Conclusie
Gemiddeld genomen geven burgers hun vertrouwen in medicijnen een ruime voldoende, waarbij het vertrouwen in de eigen medicatie hoger ligt. Ondanks de kleine verschillen in rapportcijfers tussen groepen, geven onze resultaten aanknopingspunten voor betere informatievoorziening richting burgers. Bijvoorbeeld het vergroten van de bekendheid met de werking en bijwerkingen van verschillende (typen) medicijnen, om zo het vertrouwen in (typen) medicijnen verder te verhogen.
De meerderheid van de burgers heeft (redelijk) veel vertrouwen in de medicijnvoorziening. Opvallend is wel dat ongeveer een derde van de burgers aangeeft weinig vertrouwen te hebben in dat het best passende medicijn wordt voorgeschreven. Wanneer medicijnen in goed overleg worden voorgeschreven, waarbij aandacht is voor de voor- en nadelen van verschillende medicijnen (gezamenlijke besluitvorming) kan dit bijdragen aan het vergroten van het vertrouwen.
Door de hoge mate van vertrouwen die burgers hebben in informatie over medicatie verstrekt door zorgverleners, lijken zij hier een belangrijke rol in te kunnen spelen. Echter, het internet heeft de potentie een grote(re) groep burgers te bereiken met betrouwbare informatie, zolang men weet waar deze informatie op het internet te vinden is. Ook de drogist, die weinig vertrouwen krijgt van burgers, lijkt met haar taak van informatievoorziening aan burgers over zelfzorgmedicatie nog winst te kunnen behalen. Het is relevant te achterhalen waarom dit vertrouwen zo laag is, om aanknopingspunten te krijgen hoe dit vertrouwen te verhogen en goed gebruik van zelfzorgmedicatie verder te bevorderen.
Het soms moeten wisselen van medicijn, ervaren hebben dat het eigen vertrouwde medicijn niet direct beschikbaar was, of de recente terugroepacties van bloeddrukverlagers, lijken niet veel afbreuk te doen aan het vertrouwen dat mensen hebben in (eigen) medicijnen. Echter, met de maatschappelijke discussies die hierover nog steeds oplaaien en de groeiende medicijntekorten lijken dit wel aspecten om te blijven monitoren.
Ondanks dat er wel verschillen tussen groepen burgers te zien zijn op de verschillende onderwerpen, lijkt er geen kritische groep aangewezen te kunnen worden bij wie het vertrouwen achterblijft. Wel geeft het onderzoek aanknopingspunten om met name de kennis van burgers te verhogen. (aut. ref.)
Gegevensverzameling