Onderzoeker Zorgdata en het Lerend Zorgsysteem
Publicatie
Datum
10-09-2025
De beweging naar een sterkere eerste lijn: 1-meting ten behoeve van de monitoring van het Integraal Zorgakkoord
Arslan, I., Jansen, L., Meijer, M., Simanowski, J., Tuyl, L. van De beweging naar een sterkere eerste lijn: 1-meting ten behoeve van de monitoring van het Integraal Zorgakkoord Utrecht: Nivel 2025. 115 p.
Download de PDF
De eerste lijn beantwoordt verreweg het grootste deel van de zorgvragen en draagt daarmee bij aan een krachtig en betaalbaar zorgsysteem in Nederland. Om de eerste lijn toegankelijk te houden, ondanks de vergrijzing van de bevolking, de groeiende zorgvraag en de tekorten aan personeel, hebben het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de IZA-partijen afspraken vastgelegd in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) die gericht zijn op een beweging naar een sterkere eerste lijn. Het Nivel monitort deze beweging in opdracht van VWS. Dit rapport betreft de 1-meting van deze monitor, die voortbouwt op de eerder verschenen nulmeting in 2024 en richt zich op beweging in de eerste lijn rondom personele capaciteit, organisatie, passende zorg en veranderingen in patiëntenstromen.
Deze monitor laat zien dat er veel beweging is in de eerste lijn, zowel in gewenste als ongewenste richting. Zo is de personele capaciteit binnen de eerste lijn toegenomen, met uitzondering van de sector fysiotherapie, en neemt het aantal medewerkers dat aangeeft een (veel) te hoge werkdruk te ervaren licht af in de sectoren waar we inzicht in hebben. We zien ook veranderingen in patiëntenstromen: terwijl het aantal patiënten met verschillende aandoeningen en doelgroepen die potentieel zorg nodig hebben tussen 2019 en 2023 sterk is gestegen, is percentuele aandeel patiënten met zorggebruik bij de huisarts voor deze aandoeningen en doelgroepen gedaald. Daarnaast is voor veel aandoeningen en doelgroepen het aantal patiënten met een contact op de huisartsspoedpost toegenomen en is het gebruik van zelfzorginformatie via Thuisarts.nl toegenomen.
In de beweging naar passende zorg laat deze monitor zien dat zorggebruikers doorgaans positief zijn over de zorg die zij ontvangen. Het merendeel geeft aan voldoende tijd te ervaren tijdens consulten met de huisarts, hoewel een deel van de zorggebruikers lange wachttijden ervaart bij sociaal werk en diëtetiek. Ook is er een sterke toename van huisartsenpraktijken die gebruikmaken van Meer Tijd voor de Patiënt. Burgers geven aan dat er beperkt wordt gesproken over leefstijl en kwaliteit van leven tijdens consulten in de eerste lijn. Veel zorggebruikers zijn bereid om gebruik te maken van digitale afspraken. In veel gemeenten worden ondertussen
stappen gezet voor preventie met programma’s als Kansrijke Start en Sociaal Verwijzen. Negen op de tien zorggebruikers die eerstelijnszorg nodig had in het afgelopen jaar, kon tijdig, voldoende van deze zorg op de gewenste locatie en van de gewenste zorgverlener krijgen. Tegelijkertijd zien we dat het percentage verzekerden dat niet staat ingeschreven bij een huisartsenpraktijk toeneemt tussen 2020 en 2023, wat de toegankelijkheid en continuïteit van de zorg onder druk zet.
De samenwerking tussen zorg- en hulpverleners wordt door zorggebruikers als overwegend positief ervaren. Uit interviews met eerstelijnspartijen in drie regio’s blijkt veel aandacht voor organisatie van de eerste lijn, met een duidelijke urgentie voor domein-overstijgende samenwerking. ZonMw-subsidies worden door eerstelijns partijen goed gevonden en ervaren deze als een stimulans voor de samenwerking. Gelijkwaardigheid binnen het samenwerkingsverband, een duidelijke, gedeelde visie en continuïteit van aanspreekpunten worden onder andere gezien als succesfactoren voor versterkt samenwerken. Ervaren knelpunten op de weg naar meer samenwerken zijn onder andere het ontbreken van structurele financiering, het ongelijke speelveld en tegenstrijdige belangen tussen eerstelijns partijen en de afstemming over regio-indelingen.
In 2026 verschijnt een 2-meting van deze monitor. Het Nivel blijft in nauw contact met de IZA-partijen, beleidsmakers en onderzoekers om mee te (blijven) denken over aanvullende gegevensbronnen die nodig zijn om een vollediger beeld te schetsen van de beweging naar een sterkere eerste lijn.
Deze monitor laat zien dat er veel beweging is in de eerste lijn, zowel in gewenste als ongewenste richting. Zo is de personele capaciteit binnen de eerste lijn toegenomen, met uitzondering van de sector fysiotherapie, en neemt het aantal medewerkers dat aangeeft een (veel) te hoge werkdruk te ervaren licht af in de sectoren waar we inzicht in hebben. We zien ook veranderingen in patiëntenstromen: terwijl het aantal patiënten met verschillende aandoeningen en doelgroepen die potentieel zorg nodig hebben tussen 2019 en 2023 sterk is gestegen, is percentuele aandeel patiënten met zorggebruik bij de huisarts voor deze aandoeningen en doelgroepen gedaald. Daarnaast is voor veel aandoeningen en doelgroepen het aantal patiënten met een contact op de huisartsspoedpost toegenomen en is het gebruik van zelfzorginformatie via Thuisarts.nl toegenomen.
In de beweging naar passende zorg laat deze monitor zien dat zorggebruikers doorgaans positief zijn over de zorg die zij ontvangen. Het merendeel geeft aan voldoende tijd te ervaren tijdens consulten met de huisarts, hoewel een deel van de zorggebruikers lange wachttijden ervaart bij sociaal werk en diëtetiek. Ook is er een sterke toename van huisartsenpraktijken die gebruikmaken van Meer Tijd voor de Patiënt. Burgers geven aan dat er beperkt wordt gesproken over leefstijl en kwaliteit van leven tijdens consulten in de eerste lijn. Veel zorggebruikers zijn bereid om gebruik te maken van digitale afspraken. In veel gemeenten worden ondertussen
stappen gezet voor preventie met programma’s als Kansrijke Start en Sociaal Verwijzen. Negen op de tien zorggebruikers die eerstelijnszorg nodig had in het afgelopen jaar, kon tijdig, voldoende van deze zorg op de gewenste locatie en van de gewenste zorgverlener krijgen. Tegelijkertijd zien we dat het percentage verzekerden dat niet staat ingeschreven bij een huisartsenpraktijk toeneemt tussen 2020 en 2023, wat de toegankelijkheid en continuïteit van de zorg onder druk zet.
De samenwerking tussen zorg- en hulpverleners wordt door zorggebruikers als overwegend positief ervaren. Uit interviews met eerstelijnspartijen in drie regio’s blijkt veel aandacht voor organisatie van de eerste lijn, met een duidelijke urgentie voor domein-overstijgende samenwerking. ZonMw-subsidies worden door eerstelijns partijen goed gevonden en ervaren deze als een stimulans voor de samenwerking. Gelijkwaardigheid binnen het samenwerkingsverband, een duidelijke, gedeelde visie en continuïteit van aanspreekpunten worden onder andere gezien als succesfactoren voor versterkt samenwerken. Ervaren knelpunten op de weg naar meer samenwerken zijn onder andere het ontbreken van structurele financiering, het ongelijke speelveld en tegenstrijdige belangen tussen eerstelijns partijen en de afstemming over regio-indelingen.
In 2026 verschijnt een 2-meting van deze monitor. Het Nivel blijft in nauw contact met de IZA-partijen, beleidsmakers en onderzoekers om mee te (blijven) denken over aanvullende gegevensbronnen die nodig zijn om een vollediger beeld te schetsen van de beweging naar een sterkere eerste lijn.