Afgesloten
2023

Veranderingen in triagecriteria van de Nederlandse Triage Standaard op de huisartsenpost in 2019-2021

Duur: mrt - sep 2023

Achtergrond

Patiënten kunnen voor huisartsenzorg buiten kantooruren terecht bij de huisartsenpost (HAP). Patiënten dienen voorafgaand aan een consult met de huisartsenpost te bellen en komen dan in contact met een triagist. De triagist maakt op basis van de (ernst van de) klachten een inschatting van de urgentiecategorie U0 (uitval vitale functies) tot en met U5 (geen kans op schade; volgende werkdag naar eigen huisarts). De urgentiecategorie bepaalt hoe snel een patiënt geholpen zal worden en op welke manier (een consult op de HAP, telefonisch advies, visite van een huisarts). Voor de indeling van de urgentiecategorieën gebruikt de triagist de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Triagisten kunnen op eigen inzicht de gekozen urgentie nog wijzigen.

Tussen 2017 en 2019 werd steeds minder vaak de urgentie achteraf nog gecorrigeerd, blijkt uit eerder onderzoek. Dit heeft mogelijk een verband met aanpassingen in de triageprotocollen en met de groeiende aandacht voor het voeren van triagegesprekken.

In 2020 zorgde de COVID-19-pandemie ervoor dat triagisten weer vaker de urgenties achteraf aanpasten. Externe factoren, zoals de COVID-19-pandemie, kunnen dus blijkbaar een belangrijke rol spelen in de mate waarin (geprotocolleerde) triage aansluit bij de zorgvraag van de patiënt en dus ook bij de zorg die geboden kan worden door de huisartsenpost.

In juni 2021 zijn nieuwe wijzigingen doorgevoerd in de triageprotocollen van ‘trauma schedel’, ‘geslachtsorganen’ en ‘drain/sonde/katheter verstopt of gesneuveld’. Het is nog onduidelijk hoe dit de toegewezen urgenties heeft beïnvloed en of er frequenter van de initiële urgentiecategorie werd afgeweken.

Doel

Het doel van dit onderzoek is meerledig:

  1. Inzicht geven in de wijze waarop urgenties werden toegekend tussen 2019-2021 en hoe vaak de toegekende urgenties achteraf werden aangepast.
  2. Antwoord geven op de vraag of de wijzigingen in de NTS-triagecriteria voor ‘trauma schedel’, ‘geslachtsorganen’ en ‘drain/sonde/katheter verstopt of gesneuveld’ hebben bijgedragen aan het verder optimaliseren van de urgentietoekenning.
  3. Inzicht bieden in hoe triagisten de veranderingen op de huisartsenpost hebben ervaren, zodat we tot een verdieping van de cijfers kunnen komen.

Methode

Het project bestaat uit drie fases.

  1. In fase 1 worden beschrijvende analyses uitgevoerd op triagegegevens vooraf aan een contact met de huisartsenpost, die afkomstig zijn van uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn (2019-2021). Er wordt per maand gekeken naar de urgentietoekenning bij ingangsklachten waarvan de triagecriteria zijn gewijzigd. We vergelijken hiertoe de urgentietoekenning voor en na de wijzigingen in de NTS-triagecriteria.
  2. In fase 2 worden de resultaten uit fase 1 kort gepresenteerd tijdens een focusgroepbijeenkomst met triagisten. Aan de hand van een aantal vraagstellingen wordt de triagisten gevraagd meer duiding te geven aan de gevonden resultaten.
  3. In fase 3 wordt een vragenlijst opgesteld die triagisten in staat stelt meer duiding te geven aan de gevonden resultaten van het onderzoek. Daarnaast kunnen zij vragen beantwoorden over de impact van veranderingen in de triagecriteria, die zijn voortgekomen uit voorgaande onderzoeken.

Resultaat 

De resultaten uit fase 1, 2 en 3 zijn samengevoegd en gepubliceerd in een beknopt openbaar rapport.

Dit project wordt gesubsidieerd door
Stichting Nederlandse Triage Standaard
Projectpartners
Stichting Nederlandse Triage Standaard