Gegevenskoppeling maakt samenhang tussen zorg in de eerste lijn en het sociale domein inzichtelijk
Wmo-gebruikers maken veel meer gebruik van huisartsenzorg dan niet Wmo-gebruikers. Ook verschilt Wmo-gebruik tussen stadsdelen (in Amsterdam) en speelt migratieachtergrond een rol in de mate van Wmo-gebruik. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel en het Amsterdam Health and Technology Institute, waarin data over huisartsenzorg, data over Wmo-zorg en sociaaleconomische data aan elkaar werden gekoppeld met als doel inzicht te bieden bieden in de samenhang tussen zorg in de eerste lijn en Wmo-zorg in Amsterdam.
De bevindingen illustreren het belang van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de gemeente en de huisartsenpraktijken. Het onderzoek laat ook zien dat het koppelen van routinematig geregistreerde zorgdata een geschikte methode kan zijn voor het verwerven van verdiepend inzicht over zorggebruik, wat op zijn beurt weer kan leiden tot een betere – geïntegreerde – zorgverlening.
De verworven inzichten uit het onderzoek – over gebruik van Wmo-zorg in relatie tot huisartsenzorg – roepen ook nieuwe vragen op: waarom is het gebruik van Wmo-zorg in de ene huisartsenpraktijk of wijk hoger dan in een andere? Welke rol speelt de huisartsenpraktijk daarin? Voor het beantwoorden van deze vragen is een betere, integrale aanpak van gezondheidsproblemen én sociale problemen noodzakelijk.
Rol gemeenten in zorgverlening steeds belangrijker
Gemeenten spelen een belangrijke en steeds grotere rol in het ondersteunen van burgers die niet zelfredzaam zijn. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is vastgelegd dat gemeenten faciliteren dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Hierdoor raken eerstelijns gezondheidszorg en het sociaal domein steeds meer met elkaar verweven; ook mensen die zorg nodig hebben blijven immers steeds langer thuis wonen. Ook is de rol van gemeenten in de zorg bij psychische problemen en in het sociale domein is door decentralisaties de laatste decennia steeds belangrijker geworden.
Veranderingen in het sociale domein werken door in de eerstelijnszorg en andersom
Beperktere toegang tot zorg in de eerste lijn kan leiden tot een toename van gebruik van zorg in het sociaal domein en andersom. Over de daadwerkelijke samenhang tussen het zorggebruik in de eerste lijn en het sociale domein is nog weinig bekend, terwijl betrouwbare informatie daarover van groot belang is voor beleidsmakers voor sturing aan zorg en welzijn op lokaal niveau. Tegelijkertijd komen er wel steeds meer gegevens beschikbaar die hier iets over kunnen vertellen; gegevens in de vorm van declaraties en in de vorm van data in elektronische patiëntendossiers. Deze zijn nu voor het eerst op patiëntniveau met elkaar gecombineerd om meer zicht te krijgen op de samenhang tussen beide.
Uiteindelijke doel: juiste zorg op de juiste plek en gelijke toegang tot zorg voor iedereen
Het onderzoek had betrekking op de Amsterdamse situatie en vormde een eerste verkenning van de mogelijkheden van gegevenskoppeling als bron van informatie voor beleid. Eenzelfde onderzoek in andere gemeenten kan andere uitkomsten laten zien. Bij toekomstige analyses kan worden ingezoomd op deze regionale en gemeentelijke verschillen, sociaaleconomische verschillen en de effecten van lokaal beleid. Deze methode van gegevenskoppeling biedt een schat aan informatie voor het ontwikkelen van beleid dat gericht is op het bieden van passende zorg, verantwoorde keuzes maken in de zorg, het waarborgen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en het realiseren van de ‘juiste zorg op de juiste plek’. In deze studie hebben we slechts een tipje van de sluier kunnen oplichten.
Over het onderzoek
Het project is een samenwerking tussen het Nivel en het Amsterdam health & technology institute (ahti), met financiële ondersteuning van de gemeente Amsterdam. In dit verkennende onderzoek hebben we gegevens over zorggebruik bij huisartsen – verzameld binnen Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn – gekoppeld aan gegevens over Wmo-gebruik in het sociale domein en aan sociaaleconomische en demografische gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Naast de evaluatie van de koppeling is gekeken naar de representativiteit van de data en de samenhang tussen eerstelijnszorg via de huisarts en Wmo-gebruik binnen de gemeente Amsterdam en welke bruikbare inzichten uit een koppeling zijn te halen. De vraag was of het combineren van routinematig geregistreerde zorgdata het inderdaad mogelijk maakt om het zorgbeleid op lokaal niveau te ondersteunen en de effecten van beleid te monitoren en te evalueren. Met dit onderzoek kunnen we daar een bevestigend antwoord op geven én hebben we een eerste stap daartoe gezet.
Altijd op de hoogte blijven van Nivel-nieuws? Abonneer u op onze attendering!