Monitor Beleving coronatijd (feb - okt 2022)

Nivel-dossier Corona

Hoe dachten mensen in Nederland over de berichtgeving omtrent het nieuwe coronavirus? En hoe ervoeren zij de risico’s voor de gezondheid van henzelf en van hun naasten? Het Nivel en het RIVM deden hier samen onderzoek naar. De metingen zijn gedaan aan de hand van vragenlijstonderzoek onder leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg.

Met zes herhaalde online vragenlijsten tussen 24 februari en 17 mei 2020 werden rond de 3000 mensen in Nederland bevraagd. Van 15-22 oktober 2020 werd een zevende meting uitgevoerd. Ook toen zijn rond de 3.000 mensen bevraagd.

OnderzoeksvragenOnderzoeksvragen

Met de vragenlijsten onderzochten we, onder andere, hoe mensen dachten over de berichtgeving over het nieuwe coronavirus en hoe zij het risico hiervan voor de gezondheid van henzelf en naasten beleefden. Ook werd gepeild hoe veel vertrouwen mensen hebben in de informatie van het RIVM en de maatregelen van de overheid. Daarnaast werd gevraagd of mensen de coronamaatregelen van de overheid opvolgden en wat zij van die maatregelen vonden. De resultaten van dit onderzoek gaven het RIVM inzicht in de communicatiebehoefte omtrent corona van mensen in Nederland. Het RIVM en het Nivel betrokken deze informatie bij hun communicatie.

Resultaat: feitenbladen van in totaal 7 vragenrondes (feb-okt 2020)Resultaat: feitenbladen van in totaal 7 vragenrondes (feb-okt 2020)

De eerste zes vragenrondes werden gehouden in de periode van 24 februari tot en met 17 mei 2020 De zevende meting werd gehouden van 15-22 oktober 2020. De vragenlijsten werden verstuurd naar leden van het Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg.

De feitenbladen op een rij, met de meest recente bovenaan:

Deelnemers: Nivel Consumentenpanel GezondheidszorgDeelnemers: Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg

Van de deelnemers was de verdeling man-vrouw bij alle gehouden vragenrondes min of meer gelijk: 50% - 50%. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 65 jaar; dit is hoger dan de gemiddelde leeftijd in Nederland. Dat komt omdat er relatief weinig mensen onder de 30 jaar deelnemen aan het Consumentenpanel Gezondheidszorg.

Onderwerpen vragenrondes (feb-okt 2020)

  1. Berichtgeving over het nieuwe coronavirus
  2. Zorgen over het nieuwe coronavirus
  3. Vertrouwen in informatievoorziening en maatregelen
  4. Maatregelen om verspreiding virus tegen te gaan

Per onderwerp geven we de belangrijkste bevindingen weer. 

1. Berichtgeving over het nieuwe coronavirus (feb-okt 2020)1. Berichtgeving over het nieuwe coronavirus (feb-okt 2020)

Vraagstelling
Wij vroegen de deelnemers aan het onderzoek:

  • Zou u meer informatie willen ontvangen over het nieuwe coronavirus?
  • Zo ja, waarover?

De resultaten van de meting worden weergegeven in figuur 1, waarna een toelichting volgt.

Figuur 1. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag 'Zou u meer informatie willen over het nieuwe coronavirus?' (Antwoordopties: Nee / Ja, namelijk over …). N = aantal deelnemers per vragenlijst

Figuur 1. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag 'Zou u meer informatie willen over het nieuwe coronavirus?'

Wat valt op (figuur 1)?
In de week van 24 februari gaf 26% van de deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie. In de week van 11 mei gaf nog slechts 15% van de deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie over het nieuwe coronavirus (figuur 1, vergelijk meting 24 feb - 1 mrt met 11 - 17 mei, paars).

Soort informatie (bij doorvragen)

  • In de week van 24 februari wilden deelnemers vooral meer informatie over hoe je besmet kunt raken met het nieuwe coronavirus, hoe je jezelf het best kunt beschermen en wat de ziekteverschijnselen van een infectie met het coronavirus zijn.
  • In de week van 11 mei gaven de deelnemers nog steeds vaak aan behoefte te hebben aan meer informatie over hoe je besmet kunt raken met het nieuwe coronavirus en over hoe het virus zich verspreidt. Ook gaven deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie over de maatregelen van de overheid, bijvoorbeeld over wat men nu precies wel en niet mag doen. Daarnaast gaf men aan behoefte te hebben aan informatie over testmogelijkheden om aan te tonen dat iemand het nieuwe coronavirus heeft (gehad) en over immuniteit. Tot slot gaven deelnemers aan behoefte te hebben aan duidelijke en eenduidige informatie.

2. Zorgen over het nieuwe coronavirus (feb-okt 2020)2. Zorgen over het nieuwe coronavirus (feb-okt 2020)

Vraagstelling
Deelnemers aan de vragenlijst werd gevraagd hoe bezorgd zij zijn over het nieuwe coronavirus:

  • Maakt u zich door het nieuwe coronavirus zorgen over uw eigen gezondheid?
  • Maakt u zich door het nieuwe coronavirus zorgen over de gezondheid van familie?

De resultaten van de meting worden weergegeven in figuur 2 en 3, waarna een toelichting volgt.

Figuur 2. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag ‘Maakt u zich zorgen door het nieuwe coronavirus … over uw eigen gezondheid?’. N = aantal deelnemers per vragenlijst

‘Maakt u zich zorgen door het nieuwe coronavirus … over uw eigen gezondheid?’.

Figuur 3. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag ‘Maakt u zich zorgen door het nieuwe coronavirus … over de gezondheid van uw familieleden?’. N = aantal deelnemers per vragenlijst

‘Maakt u zich zorgen door het nieuwe coronavirus … over de gezondheid van uw familieleden?’.

Wat valt op (figuur 2 en 3)?

  • In de week van 24 februari was 19% van de ondervraagden (heel erg) bezorgd over de eigen gezondheid en 28% over de gezondheid van familieleden (vergelijk figuur 2 en 3, meting 24 feb - 1 mrt, oranje en rood bij elkaar opgeteld).
  • In de week van 30 maart was het percentage bezorgde deelnemers het hoogst: 47% gaf aan dat zij zich (heel erg) zorgen maakten over hun eigen gezondheid en 69% gaf aan (heel erg) bezorgd te zijn over de gezondheid van familieleden (vergelijk figuur 2 en 3, meting 30 mrt - 5 apr, oranje en rood bij elkaar opgeteld) .
  • In de week van 11 mei was het percentage bezorgde deelnemers weer wat lager: 37% was (heel erg) bezorgd over de eigen gezondheid en 57% procent over de gezondheid van familieleden (vergelijk figuur 2 en 3, meting 11 -17 mei, oranje en rood bij elkaar opgeteld).

Vraagstelling (bij doorvragen)
De mensen die aangaven zich zorgen te maken, is vervolgens gevraagd waarom zij zich zorgen maakten.

Wat valt op?
Bij de vragenronde van 11 mei gaven de deelnemers het volgende aan:

  • Vaak benoemden zij dat zij zich zorgen maakten omdat zijzelf of hun dierbaren kwetsbaar waren, bijvoorbeeld door een hoge leeftijd of door gezondheidsklachten.
  • Daarnaast gaven zij aan zich zorgen te maken door het mogelijk ernstige en onvoorspelbare ziektebeloop van COVID-19 en doordat de situatie nog erg onzeker is.
  • Ook noemden mensen het ontbreken van een vaccinatie en/of medicijn als een reden voor hun bezorgdheid.

3. Vertrouwen3. Vertrouwen

Vraagstelling
Wij vroegen de deelnemers of zij vertrouwen hebben in de informatie van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, en in de maatregelen van de overheid.
Deze vragen zijn gesteld vanaf de derde vragenronde (vanaf week van 30 mrt - 5 apr).

De resultaten van de meting worden weergegeven in figuur 4 en 5, waarna een toelichting volgt.

Figuur 4. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag 'Hoeveel vertrouwen heeft u in de informatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het nieuwe coronavirus?'. N = aantal deelnemers per vragenlijst

'Hoeveel vertrouwen heeft u in de informatie van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het nieuwe coronavirus?'.

Figuur 5. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag ‘Hoeveel vertrouwen heeft u in de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?’. N = aantal deelnemers per vragenlijst.

‘Hoeveel vertrouwen heeft u in de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?’.

Wat valt op (figuur 4 en 5)?
Het vertrouwen in de informatie van het RIVM en in de maatregelen van de overheid lijkt redelijk stabiel over de zes vragenrondes:

  • Informatie RIVM: in de week van 30 maart gaf 84% van de deelnemers aan vertrouwen te hebben in de informatie van het RIVM, in de week van 11 mei was dit 83% (figuur 4, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).
  • Maatregelen overheid: in de week van 30 maart gaf 80% van de deelnemers aan in de maatregelen van de overheid, in de week van 11 mei was dit 78% (figuur 5, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).

4. Maatregelen tegen het nieuwe coronavirus4. Maatregelen tegen het nieuwe coronavirus

Vraagstelling
Wij vroegen de deelnemers of zij zich aan de richtlijnen van de overheid houden en wat zij vinden van de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken:

  • Houdt u zich aan de richtlijnen die worden geadviseerd door de overheid om verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken (figuur 6)?
  • Denkt u dat de geadviseerde maatregelen helpen om de verspreiding van het coronavirus te beperken (figuur 7)?
  • Denkt u dat de meeste mensen in uw directe omgeving zich houden aan de geadviseerde maatregelen (figuur 8)?
  • Vindt u dat mensen zich moeten houden aan de geadviseerde maatregelen (figuur 9)?
  • Vindt u het moeilijk om zich te houden aan de geadviseerde maatregelen (figuur 10)?

We hebben de vragen met betrekking tot dit onderwerp gesteld vanaf vragenronde 3 (30 mrt - 5 apr). De antwoorden zijn per vraag uitgewerkt in een grafiek (figuur 6 t/m 10). Onder ieder figuur volgt de toelichting. Tot slot sommen we alle bevindingen van figuur 6 t/m 10 op tot een samenvatting bij dit vierde punt 'Maatregelen tegen het nieuwe coronavirus').

Figuur 6. Percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag 'Houdt u zich aan de richtlijnen die worden geadviseerd door de overheid om verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?'. N = aantal deelnemers per vragenlijst

'Houdt u zich aan de richtlijnen die worden geadviseerd door de overheid om verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?'

Wat valt op (figuur 6)?
Het percentage mensen dat aangeeft zich te houden aan de richtlijnen is hoog en daalt licht; het percentage dat zegt zich hier (niet geheel maar) gedeeltelijk aan te houden is laag maar stijgt:

  • In de week van 30 maart gaf 93% van de ondervraagden aan zich te houden aan de richtlijnen van de overheid, 6% gaf aan zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden (figuur 6, meting 30 mrt - 5 apr, groen en oranje).
  • In de week van 13 april was het percentage van de deelnemers dat aangaf zich te houden aan de richtlijnen iets lager met 91% van de deelnemers, 8% gaf toen aan zich gedeeltelijk te houden aan de richtlijnen (figuur 6, meting 13 - 19 apr, groen en oranje).
  • In de week van 28 april gaf nog 87% van de deelnemers aan zich te houden aan de richtlijnen, 12% gaf aan zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden (figuur 6, meting 28 apr - 3 mei, groen en oranje).
  • Tot slot, in de week van 11 mei gaf 84% van de deelnemers aan zich te houden aan de maatregelen en zei 14% zich gedeeltelijk aan de maatregelen te houden (figuur 6, meting 11 - 17 mei, groen en oranje).

Figuur 7. Percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling 'Ik denk dat de geadviseerde maatregelen helpen om de verspreiding van het coronavirus te beperken'. N = aantal deelnemers per vragenlijst

Wat valt op (figuur 7)?
In de week van 30 maart gaf 86% van de ondervraagden te denken dat de maatregelen van de overheid helpen om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken. In de week van 11 mei was dit percentage 84% (figuur 7, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld.) ik

Figuur 8. Percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling 'De meeste mensen in mijn directe omgeving houden zich aan de geadviseerde maatregelen’. N = aantal deelnemers per vragenlijst

'De meeste mensen in mijn directe omgeving houden zich aan de geadviseerde maatregelen’.

Wat valt op (figuur 8)?
In de week van 30 maart antwoordde 86% van de deelnemers dat de meeste mensen in zijn/haar omgeving zich aan de maatregelen houden. In de week van 11 mei was dit percentage 73% (figuur 8, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).

Figuur 9. Percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling ‘Ik vind dat mensen zich moeten houden aan de geadviseerde maatregelen’. N = aantal deelnemers per vragenlijst

‘Ik vind dat mensen zich moeten houden aan de geadviseerde maatregelen’.

Wat valt op (figuur 9)?
Van de deelnemers in de week van 30 maart gaf 97% aan dat hij/zij vindt dat mensen zich aan de maatregelen moeten houden. In de week van 11 mei was dit percentage nog steeds hoog met 94% (figuur 9, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).

Figuur 10. Percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling ‘Ik vind het moeilijk om mij te houden aan de geadviseerde maatregelen’. N = aantal deelnemers per vragenlijst

‘Ik vind het moeilijk om mij te houden aan de geadviseerde maatregelen’.

Wat valt op (figuur 10)?
In de week van 30 maart gaf 14% van de deelnemers aan het moeilijk te vinden om zich aan de maatregelen te houden. In de week van 11 mei was dit gestegen naar 21% (figuur 10, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, oranje en rood bij elkaar opgeteld).

Samengevat: wat valt op (figuur 6 t/m 10)?
Figuur 6: Het percentage mensen dat aangeeft zich te houden aan de richtlijnen is hoog en daalt licht; het percentage dat zegt zich hier (niet geheel maar) gedeeltelijk aan te houden is laag maar stijgt:

  • In de week van 30 maart gaf 93% van de ondervraagden aan zich te houden aan de richtlijnen van de overheid, 6% gaf aan zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden (figuur 6, meting 30 mrt - 5 apr, groen en oranje).
  • In de week van 13 april was het percentage van de deelnemers dat aangaf zich te houden aan de richtlijnen iets lager met 91% van de deelnemers, 8% gaf toen aan zich gedeeltelijk te houden aan de richtlijnen (figuur 6, meting 13 - 19 apr, groen en oranje).
  • In de week van 28 april gaf nog 87% van de deelnemers aan zich te houden aan de richtlijnen, 12% gaf aan zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden (figuur 6, meting 28 apr - 3 mei, groen en oranje).
  • In de week van 11 mei gaf 84% van de deelnemers aan zich te houden aan de maatregelen en zei 14% zich gedeeltelijk aan de maatregelen te houden (figuur 6, meting 11 - 17 mei, groen en oranje).

Figuur 7: In de week van 30 maart gaf 86% van de ondervraagden te denken dat de maatregelen van de overheid helpen om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken. In de week van 11 mei was dit percentage 84% (figuur 7, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld.)

Figuur 8: In de week van 30 maart antwoordde 86% van de deelnemers dat de meeste mensen in zijn/haar omgeving zich aan de maatregelen houden. In de week van 11 mei was dit percentage 73% (figuur 8, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).

Figuur 9: Van de deelnemers in de week van 30 maart gaf 97% aan dat hij/zij vindt dat mensen zich aan de maatregelen moeten houden. In de week van 11 mei was dit percentage nog steeds hoog met 94% (figuur 9, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, lichtgroen en donkergroen bij elkaar opgeteld).

Figuur 10: In de week van 30 maart gaf 14% van de deelnemers aan het moeilijk te vinden om zich aan de maatregelen te houden. In de week van 11 mei was dit gestegen naar 21% (figuur 10, vergelijk meting 30 mrt - 5 apr met 11 - 17 mei, oranje en rood bij elkaar opgeteld).

 

Jong, J. de, Brabers, A. Monitor Beleving coronatijd (feb - okt 2022). Uit: www.nivel.nl [Laatst gewijzigd op 10-04-2024; geraadpleegd op 20-04-2024]. URL: https://www.nivel.nl/nl/onderzoeksprogrammas/infectieziekten-eerste-lijn/dossier-corona/ons-onderzoek-eerste-coronajaar/pijler-2-impact-corona-bevolking/monitor-beleving-coronatijd
Gegevensverzameling